549
maar de snelheid, door haar teweeggebracht, vermindert bij
behoorlijke aansluiting, omdat dan, behalve het geweer, ook
het lichaam van den schutter verplaatst moet worden. Het
„omdat het geweer bij het ontbranden van het buskruit
gemakkelijk uit den juisten toestand kan worden gebracht",
zal wel moeten wezen „...uit den juisten stand De
voorlaatste alinea op deze bladzijde doet den steller geene
eer aan. "Wij lezen daar: „Zooals reeds vroeger is opgemerkt,
verandert het uit salpeter, houtskool en zwavel bestaande bus
kruit eerst door ontsteking" (lees: verbranding) „in voort
drijvende kracht; het moet dus in aanraking gebracht wor
den met eene stof, die die ontsteking bewerkt; die stof ont
staat door den slag van de slagpin tegen het slaghoedje in
den bodem van de patroon, enz." Vooral het door ons gecursi
veerde is slordig gesteld.
Jlog fraaier zijn de volgende negen regels (bladz. 11 en 12)
waarin wij ««.smaal het woord richtingwaarvan ons inhetgehee-
le werk de beteekenis niet wordt verklaard, aantreffen. „Zij" (de
zwaartekracht) lezen wij, „werkt op alle lichamen, zoowel vaste,
als vloeibare en gasvormige en hare richting gaat steeds naar het
middelpunt der aarde. Deze richting kan gemakkelijk bepaald
worden, door een zwaar voorwerp aan een draad op te hangen.
De richting van den draad, nadat hij in rust is gekomen, geeft
nauwkeurig de richting aan, waarin de zwaartekracht werkt.
Deze eenvoudige inrichting, die door eiken metselaar en
timmerman gebruikt wordt, noemt men schietlood en de rich
ting, die door den draad wordt aangenomen, heet verticaal
Op bladz. 12 vinden wij eene zeer weinig populaire verkla
ring van hetgeen men door een hoek verstaat en hoe men zijne
grootte meet. Op bladz. 13, regel 3, 4, 5 en 6 v. b. zegt de
S: „Hebben nu de elkander snijdende lijnen a. d. en b. c.
(fig. 2) een zoodanigen stand ten opzichte van elkander!
dat zij het vlak in vier even groote deelen verdeelen,
dan zijn ook de hoeken A. B. C. en D. aan elkander gelijk
en noemt men in dat geval elk van hen een rechten hoek."
Op bladz. 12 heeft de S. aangeteekend„snijden twee
rechte lijnen elkanderdan verdeelen zij het vlak, waarin