550
zij liggen, hier dus het papier, enz". Vlak en papier, het
zelfde zijnde, is S's definitie van een rechten hoek onjuist.
Door op een stuk papier twee lijnen te trekken, die lood
recht op elkander staan, verdeelt men dat stuk papier volstrekt
niet in vier gelijke deelen. Op bladz. 12, regel 16 en vlgg.
v. o. staat: „Deze laatste lijn staat dan loodrecht op de
richting van de zwaartekracht en kan dagelijks door ons
opgemerkt worden, enz." Eene lijn, die opgemerkt wordt?
Op bladz. 14, regel 1 en vlgg. staat: „De werking van die
kracht wordt dus dadelijk zichtbaar zoodra een lichaam zijn
steun verliest. Do kracht is echter even goed werkzaam,
als een lichaam den val verhindert of afbreekt en uit zich
dan door den druk, dien het lichaam op zijn steunpunt uit
oefent. De onervaren lezer begrijpt die redeneering niet
het is hem niet duidelijk, waarom nu eens van steun, dan
weer van steunpunt gesproken wordt, waarom de druk alleen
op het steunpunt wordt uitgeoefend en niet op het geheele
lichaam, dat de val verhindert of afbreekt; evenmin ziet hij
zoo dadelijk in, dat de S. hier van twee verschillende lichamen
spreekt. Om aan te toonen, dat een vrijvallend lichaam in
opvolgende seconden geene gelijke ruimten doorloopt, en dat
de snelheid spoedig in zoodanige mate aangroeit, dat wij het
lichaam niet meer met de oogen kunnen volgen, zegt de S
„Om ons hiervan te overtuigen, behoeven wij slechts te zien
hoe bij eene kegelbaan de bal, die door den kegeljongen in de
schuine goot wordt geworpen, naar de zijde van de spelers
afloopt. Aanvankelijk stelt de bal zich langzaam in bewe
ging, valt altijd sneller en sneller, en komt eindelijk aan het
einde der goot met groote snelheid en kracht aan." Dit voor
beeld komt ons al zeer onvoldoende voor. Den bal zien wij
tot het einde der goot; wij worden dus niet overtuigd, dat
men een vrijvallend lichaam niet met de oogen zoude kun
nen volgen; en of iedereen de overeenkomst zal begrijpen, die
er bestaat tusschen een vrijvallend lichaam en den bal in de
schuine goot, wat aangaat de werking der zwaartekracht,
betwijfelen we zeer.Op bladz. 15 zegt de S„De kogel,
die zijn steun van onderen verloren heeft, begint nu dadelijk