558 compagnieën hebben voldoende sterkte om in alle garnizoenen practische oefeningen te doen plaats hebben. Zooals ik reeds zeide, de reorganisatie komt mij uitnemend voor maar ze schijnt niet compleet, wanneer men althans tevens den grond slag wil leggen voor een betere benuttiging van krachten, die nu voor 's lands weerbaarheid niet ten volle worden aangewend. Yandaar dat ik de overweging durf aanbevelen van de volgende denkbeelden 1°. De depotcompagnie verplaatsen van Amsterdam naar Rotterdam, In de hoofdstad is de gelegenheid om de recruten te oefenen minder gunstig dan te Rotterdamdat daarenboven van oudsher als het ware een aangewezen garnizoensplaats is geweest voor de mariniers. 2 Een der thans te Rotterdam verblijf houdende compagnieën ver plaatsen naar Amsterdam of, kon het zijn, naar Hellevoetsluis. In het laatste geval zou daar wel is waar een hoofdofficier geplaatst en het korps dus daarmede vergroot moeten worden, maar vooreerst zou dan in laatstgenoemde plaats een voor de oefeningen grooter troep aanwe zig zijn en verder komt het mij voordat de belangen van het offi cierskorps die bij zulk een verbetering gebaat worden hierbij eenig gewicht in de schaal mogen leggen. 3°. Den commandant van het korps plaatsen aan het departement van marine. De noodzakelijkheid van dien maatregel is niet alleen reeds dikwijls op onwederlegbare wijze bewezen, maar hij werd ook in de laatste jaren gedeeltelijk in practijk gebracht. De korpscomman dant kwam toch gedurende dien tijd geregeld tweemaal per maand bij den Minister tot het behandelen van zaken. 4°. Den militairen intendant verplaatsen van 's Hage naar Rotterdam, waar ook de hoofdadministratiethans te Amsterdamhaar zetel neemt. Ik geef mijn denkbeelden gaarne voor betere en ik doe dat vooreerst als blijk van belangstelling in het werk van twee mijner krijgsmakkers. Ik doe dat vooral thans, nu ik verwachten mag, dat plannen in be werking zijn voor een afdoende regeling der toekomst van het korps, waarvan ik de eer heb deel uit tc maken. Marine kan thans het korps Mariniers niet missen. Ze zal dat ech ter kunnen wanneer ze wil, maar dan moet het worden uitgesproken en van stond aan eene betere richting worden gegeven aan de opleiding van officieren en onderofficieren. In dat geval zou wellicht blijken, dat de denkbeelden van Markus binnen betrekkelijk korten tijd hunne toepas sing konden vinden. "Wil Marine ook in de toekomst geen afstand doen van de diensten der mariniers, dan is de tjjd gekomenom met behoud der maritieme diensten door hen bewezenook voor die in de koloniën van mariniers partij te trekken. Markus verlangt een dergelijken toestand als overgangsmaatregel, ter wijl hij door mij meer bepaald als doel wordt beschouwd. Danhoe dit ook zijvan het korps mariniers kan en moet partij getrokken worden, op welke wijze dan ook. Door mijne beide voor gangers is het op overtuigende wijze aangetoond, en omtrent dat gronddenkbeeld bestaat tusschen ons dan ook geen verschil van ge voelen. Ik meen dus thans de gevolgtrekking te mogen maken, dat de Kapitein Yan Braam Houckgeest geen tegenstander meer is van mijn denkbeeldom het korps Mariniers tot Indische brigade te hervormen. Over de hier besproken brochure valt overigens weinig de gelijks te zeggen. Monitor.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1879 | | pagina 569