59
samenstelling van eene (joede legermacht belet. Hij toont
aan, dat de bezwaren die van militaire zijde zijn aange
voerd, niet de Grondwet, maar de wijze van uitvoering
daarvan raken.
Maar algemeene dienstplicht dan Om plaatsvervanging
en nummerverwisseling af te schaffen, is geene grond
wetsherziening maar alleen eene eenvoudige wijziging der
militie- en schutterij wetten voldoende. De Grondwet be
paalt daaromtrent niets. Als wij de bepalingen der Grond
wet goed en geheel zien toepassen dan mogen we tevreden
zijn. In zoover heeft dus ook de bewering, dat de
Tweede Kamer, niet geneigd om het VIIIe hoofdstuk
der Grondwet te veranderenook evenmin geneigd zou
de zijnverbeteringen en veranderingen aan te brengen
voor eene goede oplossing van het militaire vraagstuk,
niet de minste waarde. De toepassing der Grondwetsbepa
lingen betreffende de defensie is echter minder goed.
Daaraan hapert het. En daarvoor is de uitvoerende macht
verantwoordelijk.
Maar de Tweede Kamer is toch geen voorstander van
algemeenen diensplicht? Neen, de meerderheid is dat
niet. Twee zulke uitstekende woord- en penvoerders als
De Roo van Alderwerelt laatstelijk in zijn Ondergang van
liet tweede keizerrijk en Dr. Stieltjes in het 11° deel zijner
niet voltooide Militaire studiën zijn dat ook niet en be-
toogen beiden, dat het stelsel van algemeenen dienst
plicht voor Nederland niet aanbevelenswaardig is. Dat de
volksvertegenwoordiging op het oordeel van twee zulke
mannen veel prijs steltkan haar niet hoog worden toe
gerekend.
Het zooken naar uitheemsche modellen is altijd een
zwak geweest van velen onzer ministers van landsver
dediging. Ook van enkele ministers van Koloniëndie
het Indische leger met Iiollandsche organisatiën begiftig-