75 tigheid om.indien het ongeluk ons treftniet altijd zoo als gebeurd is op één man de schuld te doen drukken van de tekortkomsten van velen. Rechtvaardig is hette ontleden, waarvan dat ongeluk het logisch gevolg is. Elk volk en elk gouvernementzegt ons de welsprekende schrijver van den Ondergang van het tweede keizerrijk hebben recht te vorderen, dat de mannen, wien zij de eervolle taak opdragen om hunne legers aan te voeren, die taak volbrengen met onbepaalde toewijding en de sterkste inspanning van alle krachten van ziel en lichaam. Maar indien het Vaderland van zijne edelste zonen de grootste opoffering vraagt, welke mogelijk is: zijn leven voor het belang van den staat te geven, mag ook de eisch gesteld worden, dat de middelen op onbekrompen wijze verschaft worden om het doel van den oorlog te bereiken. Daarvoor niet alleen gedurende den oorlog, maar reeds in vredestijd te waken, is de plicht van onze ministers van landsverdediging. En uit zoo vele bladzijden van de geschiedenis van dien oorlog valt te leeren, dat dit vóór dien oorlog en trouwens vele jaren vroeger over het hoofd is gezien, omdat de ministeriën van landsver dediging, wat het krijgswezen van den staat betrof, niet verder ziende dan de groote menigte, de spreuk niet schenen te kennen, waarin het geheele begripvan regeer en is samen te vatten: gouvernerc'est prévoir. In zoodanig geval blijven de gevolgen er van niet uit. Wanneer de uitvoerende macht niet in staat is, alleen te regeerendan regeert de wetgevende macht mede. Zoo heeft deze ook mede willen regeeren in de leiding der Atjehsche politiek en het beheer der Indische weermiddelen. Zij wilde een wakend oog houden op de handelingen van het uitvoerend gezag tijdens dien millioenen verslindenden oorlog en protesteerde, niet altijd gekuischt, wanneer zij meen de, dat hare aandacht op het niet slagen onzer wapenen

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1879 | | pagina 80