80
een wetsontwerp kentvan at den dag waarop tiet in de
Staten-Generaal komt tot dien, waarop het, -dikwijls
verminkt en onherkenbaar (zoo als de Militaire acade-
miewet van 1877) 's Konings sanctie verkrijgt en in het
„Staatsblad" als wet wordt opgenomen, zal het geen
minister, en vooral geen minister van landsverdediging-
euvel duiden, wanneer deze dien weg zooveel mogelijk
tracht te vermijden. Maar men vrage ook eens hoe som
mige wetsontwerpen worden opgesteld; b. v. diezelfde
academiewet,.
Hoe het ook zijis wettelijke regeling voor een minis
ter, die onder den schijn van veel doen temporiseeren
wilgoed en zelfs uitstekendmaar voor een voortvarend
minister, die weet wat hij wil, de weg der regeling bij
Koninklijk besluit vlugger en zekerder: alleen de over
tuiging, dat beslissingen langs wettelijken weg lang op zich
laten wachten, en voor spoedig handelen urgentie bestaat,
strekt ter verontschuldigingdat men voor de behandeling-
van gewichtige aangelegenheden soms de regeling bij
.Koninklijk besluit boven eene regeling bij de Wet ver
kozen heeft. Nu het hoogermiddelbaar en lager onder
wijs in Nederland bij de wet geregeld is, hebben de Sta
ten-Generaal het recht te vorderen, dat ook het militair
onderwijsin zijn geheel echter, en niet op zulk eene
halfslachtige wjjze als tot dusver ten nadeele van ons
krijgswezen in Nederland geschied is, bij de wet wordt
geregeld. Een eisch, die overigens ook voor het onder
wijs aan het Instituut voor adelborsten te Willemsoord
geldt.
In Nederland werd het vestingstelsel bij de wet gere
geld en wil men ook eene legerorganisatic bij de wet.
Yoor Indië schijnt dit noch onmogelijk te zijn. Hier
heeft men millioenen uitgegeven voor onmogelijke defensie
stelsels, en Aveet de regeering, zoo 't schijnt, nog niet