89
geven, behoort met groote omzichtigheid te worden toe
gepast. Er zijn er die beweren, dat deze wijze van vere
deling de vorming van een standvastig ras in den weg
staat.
De jonge paarden, afkomstig van de stoeterijen, zullen, in
dienst gesteld wordende, zich het spoedigst aan de vermoeie
nissen gewennen in vergelijking van de paarden, die van
de bevolking zijn opgekocht. Dit moet niet daaraan wor
den toegeschrevendat de laatstbedoelde paarden van
minder goed gehalte zijn, als wel aan hunne ongewoonte
om zware lasten gewapenden ruiter en bepakking te
dragen of te trekken, groote inarschen te maken, stalling
en goede verzorging te ontberen, voldoend voedsel en wa
ter alsmede de noodige rust te missen, gedurende gerui-
men tijd te bivakkeeren en groote vermoeienissen en on
gunstige weersinvloeden te wederstaan.
Bij de stoeterijen houde men bij de opkweeking van
paarden reeds goed in het oog, welke voor de cavalerie
en welke voor de artillerie bestemd moeten worden. Yan
de paarden, die men van de bevolking opkoopt, kan zulks
natuurlijk niet verwacht worden. Overigens is het eene
algemeene fout, dat men bij het fokken van paarden niet
genoeg voor oogen houdt voor welken arbeid men de jon
ge paarden wenscht te bestemmen. Den militairen paar
denfokker moet het kiijgspaard in al zijne schakeeringen
steeds helder voor den geest staan. Men moet zich eene
voorstelling maken van de categoriën van paarden, die
men verkrijgen wil. Men behoort daarbij in dezelfde rich
ting te werken en volgens bepaalde beginselen.Het
paard is een werktuig voor verschillende doeleinden bruik
baar, die van den bouw van het paard afhankelijk zijn;
de bouw wordt bepaald door eenige normale hoedanighe
den en zekere normale gegevens. Is b. v. groote snelheid
verkregen ten koste van den bouw, dan heeft die snelheid