VARIA. De adjudanten-onderofficierdienstdoende, officier. Het Indische leger isvoor zoover bekendhet eenigste waar men die dienstdoende officieren vindt. Niet permanent bij alle wapens, maar bij sommige slechts tijdelijk, met het oog op het groot incompleet aan officieren. Alleen als een zeer tijdelijk middel van aanvulling is die maatregel aan te bevelen, omdat deze onderofficieren slechts in gewone om standigheden als officier kunnen optreden. Was het officiers- korps compleet en kon men bij elke kompagnie Infanterie behalve de 3 luitenantsnog 1 adjudant onderofficiervoor gewone troependienst krijgen, dan zoude dit aanbeveling verdienen. De tegenwoordige periode der adjudanten-onder officier dienstdoende officier mag echter niet te lang duren omdat zij, afgescheiden van de trouwe en ijverige plichtsbe trachting van deze flinke dienaren, zoo wel voor den staat, als voor het individu zelf niet gewenscht is. Wat het staats belang in dit opzicht eischt, is bekend en behoeft hier dus niet te worden bepleit. Thans zal alleen het belang van het individu worden besproken. Men noemt deze categorie van onderofficieren met recht militaire amphibiënvleesch noch visch. Hunne positie in het leger is niet benijdenswaardig- Tn het officierskorps mogen zij niet worden opgenomen en met de gewone onderofficieren kunnen ze ook niet vergeleken worden. Is dus hunne sociale positie, om zoo duidelijk mo gelijk te zijn, ongelukkig, omdat zij geen afzonderlijken stand in het leger vormenhunne materieele positie is even min benijdenswaardig. Deze eischt dringende herziening. Is de schepping van dien amphibiënstandalthans voor som mige wapensslechts van tijdelijken aarddit neemt niet wegdat zoo lang de daartoe behoorende personen er zijn zij beter betaald moeten worden dan tegenwoordig het geval is.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1879 | | pagina 96