den het soldatenlogiesaan de hoeken dat der onderoffi
cieren (ieder in eene afzonderlijke kamer), het kompagnies-
bureau en de rustkamer; de slaapplaatsen in de ehambrée, aan
weerszijden tegen de wanden van het gebouw geplaatst,
laten dus in het midden een gang voor de gemeenschap
openrondom het geheele gebouw, of alleen langs de beide
lange zijden, eene meer of minder breede galerij. De
ruimte, waarover de man in deze kazernen bij eene strek
kende lengte van 1.10 M. per slaapplaats kan beschik
ken, is gemiddeld 3,8 M2 ehambrée- en 2,5 M2 galerij
ruimte (de achtergalerij is gewoonlijk slechts 2* M. breed
en dient alleen tot wering van zon- en regeninslag; er
komen ook geene deuren op uit).
Deze bouwtrant brengt mede, dat het logies niet zoo
gezond en tevens niet zoo comfortabel is als het met de
zelfde kosten van oprichting wezen kan; hij leent zicli
evenmin tot eene behoorlijke toepassing van hetgeen de
ondervindingin verband beschouwd met de wetenschap,
ten aanzien van de luchtverversching in Indië heeft ge-
leerd; de beschikbare ehambréeruimte wordt algemeen
als veel te bekrompen beschouwd. In de galerij en langs
de gebouwen zijn de manschappen bovendien onvoldoende
beschut tegen zon en regenzij houden zich dientengevolge
over dag veelal in de chambrées op en maken het daar
door onmogelijk, dat deze dagelijks afdoende worden ge
lucht. Daarbij is ook uit een moreel oogpunt het verblijf
over dag in de chambrées af te keuren; want de soldaat
gaat dan meer dan noodig is op zijn bed liggen-en'word4
hierdoor traag en vadsig. Eindelijk hebben de galerijen,
vooral bij de breedte, welke men dezen gedurende de laatste
jaren in het belang der dienst veelal heeft moeten geven
(4) M.), nog het nadeel dat zij eene voldoende toetreding
van lucht belemmeren en het directe of voldoend sterke
O O
In den regel waren door overvulling deze cijfers veel kleiner.