143 integendeel zijn er verscheidene onder, die bijzonder langdradig zijn of slechts herhalen, wat reeds in een vorigen regel is gezegd. Wij betwijfelen dan ook zeerof de onderofficieren zich die regels zooda nig in het geheugen kunnen prenten, dat zij in staat zijn ze bij de theoriën met de recruten behoorlijk te bespreken. De kapitein Gerdessen, die ook vijf jaren bij dit leger gedetacheerd is geweest, stelt als eischen voor een exercitie-reglement dat het: duidelijkheid aan beknoptheid pareimperatief in zijne voorschriften en geheel op de werkelijkheid gegrond zij. Door imperatief zijn ver staat hijzoo min mogelijk in beschouwingen treden, en aanbeve lingen of wenken ten eenemnale weglaten. Wij meenen dan ook, dat de behandeling van deze grondregels met de recruten bij het theoretisch onderwijs behoort te geschieden, opdat de onderwijzer op het oefeningsveld slechts met enkele woorden de geleerde grondregels in herinnering behoeve te brengen. Volgens de- eerste alinea der grondregels echter begint de onderwijzer met uit te leggenenz.] wij keuren dit af; dergelijke bepaling kwam in de Compagnieschool niet voor. Wij achten het echter goed gezien om die grondregels in een af zonderlijk hoofdstuk samen te vattenwij zouden ze zelfs genommerd of geparagrafeerd wenschenom bij de betrekkelijke oefeningen daar heen te kunnen verwijzen. Maar nu moesten er tusschen de ver schillende oefeningen in hét verdere gedeelte van het reglement ook geene regels meer zijn ingelascht, en dit is wel het geval. Zoo bijv. vinden -wij bij 2 eene beschouwing over den reglementairen afstand (interval) tusschen de tirailleursbij 9 raadgevingen hoedanig het terrein tot dekking te gebruikenbijna met dezelfde woorden als in de grondregels 17 en 18; bij 12 middelen om de recruten aan de vuurdiscipline te gewennen; bij 14 en 17 voorschriften voor het bewaren van richting en verbanddie reeds in de grondregels 11 en 13 voorkomen. In de volgorde dier grondregels heerscht niet de minste regelmatigheid. Zoo bijv. moest de 4e voorafgaan aan den 15e; en konden de 6C en 9e met den 14", de 8C met den lle worden samengevoegd; daardoor zou menige herhaling vermeden zijn. De 10e, 19° en laatste behooren bij de bepalingen der 2e af- deeling te huis.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1879 | | pagina 146