145
uit te voeren, van alles wat zich op liet terrein bevindt gebruik te
maken om zicli tegen het vuur des vijands te dekken en in alle hou
dingen te laden en te vuren.
Dat dus de soldaat door zijne beweeglijkheid, door de weinige
trefkans, die hij den vijand biedt, door de gemakkelijkheid, waar
mede hij zich achter de geringste terreinoneffenheid verbergt, en dooi
de juistheid van zijn schot veel meer kwaad lean doen dan hij zelf
te duchten heeft.
Die wijze van vechten noemt mende rechtwijze in verspreide orde
het vuren in dien vormtiraïlleerenen de schutter, die daaraan
deelneemttirailleur.
2Het eerste onderricht aan de groep kan op het gewone exerci
tieveld gegeven worden, en bepaalt zich tot het leeren uitvoeren van
de verschillende bewegingen, die in de tirailleurlinie gebruikelijk zijn.
3. De bewegingen geschieden aanvankelijk op commando's, ver
volgens op signalen, ten einde de manschappen daarmede goed be
kend te maken, en eindelijk op het tirailleur fluitje en afgesproken
teekens.
Eerst wanneer eene beweging goed begrepen en uitgevoerd wordt,
mag tot eene volgende worden Overgegaan. 46.)
4. De bewegingen der tirailleurs moeten ongedwongen en vlug,
doch zonder overijling worden uitgevoerd. 75.)
5. Luide gesprekken en toeroepingen, ordelooze bewegingen en
alles, wat stoornis kan teweegbrengen of de aandacht afleiden, zijn
den tirailleurs verboden. 68.)
6. Reeds van den aanvang af moet den manschappen worden in
geprent, dat, hoewel zij als tirailleurs eenige vrijheid hebben in het
gebruik van hun wapen en in het aannemen van eene houding over
eenkomstig met het terrein, waarop zij zich bevinden, zij toch oogenblik-
kelijk moeten voldoen aan de commando's, signalen of teekens. (5.)
(§67.)
7. Elke groep moet zich als een ondeelbaar geheel beschouwen.
10
De onbenoemde getallen tusschen duiden de alinea's der grondregels van
het nieuwe voorschrift aan; de zijn uit de Compagnieschool overgenomen; en
de T. S.zijn uit het nieuwe voorschrift, Tirailleurschool.