152 29. Bij deze oefening moet de onderwijzer den recruten leeren opmerken, hoe de vijandelijke troep op de verschillende afstanden zich voordoet, dekt en beweegt, hoe zij naar die afstanden het vizier van het geweer moeten wijzigen; dit laatste in verband met 23. 30. Gedurende de sprongsgewijze beweging van het eene dekkende voorwerp naar het andere mag niet geschoten worden. De onderwijzer moet er streng op letten, dat de tirailleurs het vuur niet heropenen, voordat zij zich in de nieuwe stelling behoorlijk hebben vastgezet. Bij het eerste onderricht in deze beweging zal de onderwijzer zich van commando's bedienen om de groep telkens een sprong te doen nemen. Hij commandeert daartoe vooraf: Ophouden met vurendoet daarna het vereischte commando voor de beweging, avanceeren of retireerenen geeft later in de nieuwe stelling het te bezigen vuur aan. Zoodra echter de recruten deze beweging goed begrijpen en uit voeren, moet de onderwijzer ze uitsluitend doen verrichten op seinen met het tirailleurfluitje en teekens met de hand of sabel. blijven en het vuur zelfs verdubb.elen. Dit is het eenigst middel om eene beweging te ondersteunen en mogelijk te maken. Daarna, als het eerste echelon zich vastgezet en gedekt heeft, gaat het tweede vooruit tot op dezelfde hoogte van of voorbij het eerste, en wordt daarbij op zijne beurt door het vuur van het eerste ondersteund. (Generaal Lewal.) Deze grondregel stemt overeen met 14 van het nieuwe reglement, echter met het belangrijk verschil, dat wanneer hij in den vorm van een onver anderlij ken grondregel den recruten wordt ingeprent, men bij de practische toepassing veel min der commando's behoeft te doen dan het reglement noodig achtiets wat in het werkelijke vuurgevecht een groot voordeel is. "Volgens die 14 toch moet de onderwijzer (in de werkelijkheid dus de sectie- of groepscommandant) te midden van het vuur eerst commandeerenOphouden met vuren", daarna: „Avanceeren-Richting rechts (links,)" en in de nieuwe stelling: een der vuren. (In de compagnies-instructie worden deze commando's nog met een ver meerderd.) Wij houden dit voor zeer onpractisch, omdat die vele commando's in het gewoel van den strijd dikwerf niet verstaan zullen worden. Wij vereenigen ons volkomen met hetgeen de kapitein Yan Tuerenhout daarover zegt in den Militairen Spectator 1878, bladz. 347. „De soldaat moet geoefend worden om op een gegeven teeken op te houden met schieten. Het eenigst doelmatig middel om zulk een teeken te geven is een schel fluitje. Zoowel bij het vuren met losse patronen als bi) het schijfschieten moet telkens het vuur op die wijze worden afgebroken, zoodat de man ten laatste instinctmatig ophoudt met schieten, als hij het bekende teeken hoort." Bij de behandeling der signalen zullen wjj op het gebruik van fluitje en teekens terugkomen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1879 | | pagina 155