160
van de krijgswetenschap" te 's Hage heeft bijgewoond, toen ik door een ver
blijf in het buitenland verhinderd was, persoonlijk aan de bijeenkomst
deel te nemen.
Nu ik echter ontwaard heb, dat het gepubliceerde verslag dier bijeen
komst mijne denkbeelden niet in den door mij gewenschten vorm heeft
teruggegeven, maak ik ze in dit tijdschrift bekend.
T. Komswinckel,
Luitenant- Kolonel der Artillerie.
De belastingen voor de officieren.
Vele officieren (ook militaire ambtenaren) van het leger weten reeds
bij ondervindinghoe moeilijk o. a. bij overplaatsing voor hen
is het nakomen der verplichtingen, die als belastingschuldige op hen
rusten, ten einde niet te kunnen worden beboet. Om die moeilijkheden
hoofdelijk tot een minimum te brengen, zoude het zeer wenschelijk zijn,
wanneer de Militaire administratie zich wilde belasten met de inning dier
gelden door maandelijksche korting op de tractementen der officieren, op
gelijke wijze, als zulks geschiedt met de inteekeningsgelden op de militaire
tijdschriften, de delegatiën, de vendu- en particuliere schulden, of wel
het -verschuldigde aan het kleedingmagazijn vande firma Milderetc., kort
om alle inhoudingen voor schulden, te brengen onder de bekende rubriek
van Rekening met derden, ofschoon de belastingen eigenlijk zijn schulden
aan den lande.
Bedoelde wijze van inning zou voor de betrokken officieren tevens de
best dragelijke zijn, wijl het gemakkelijker valt, om b. v. 's maands f 10,
dan 's jaars in 5 termijnen f 120 te betalen. Aan den anderen kant
komen de belasting-gelden op eene zekere wijze en op de gestelde data
in 's lands kas, zonder dat de hoofden van gewestelijk bestuur of wel de
ambtenaren bij 's lands kas ooit daarmede eenige moeite zullen hebben.
Zou dit denkbeeld niet voor verwezenlijking vatbaar zijn? We geven
slechts het denkbeeld aan; de details van uitvoering er van mogen we aan
het beleid onzer Militaire administratie overlaten, die waar en wanneer
ook steeds hare hulpvaardigheid op het zuivere standpunt heeft geplaatst
van het schoone beginsel, dat zij voor het leger en niet het leger voor
haar is.
Y.