161
Transportschepen.
P. geeft in de vijfde aflevering van het „Indisch Militair Tijdschrift"
van 1879 eene opgave van de transportschepen, gebruikt tot het overvoeren
der Engelsche expeditie in Zuid Afrika tegen den bekenden stam der
Zoeloesvan de tónnenmaat van elk schip, en van het aantal officieren
en minderen benevens paarden, dat zich gedurende den overtocht bevond
aan boord van elk vaartuig. Volgens hem zou in het belang van het
leger worden gehandeld, indien vergelijkingen werden gemaakt tusschen
de cijfers, die hij mededeelt en die, welke betrekking hebben op het
troepenvervoer te water, voor en tijdens de tweede Atjelische expeditie.
Waarschijnlijk ter vergemakkelijking dier taak strekt de opgave, dat de
Engelsche ton meet 1,89 last en dat de Nederlandsche scheepston (1,5
M3) is 15 hectoliter (2 Ned. ton 1 last). Is dit juist, dan meet de
Engelsche ton 3,78 Nederlandsche, en dus ook 3,78 Ned. Ind. scheeps-
tonnen, vertegenwoordigd door anderhalf maal den teerling op den meter.
P. yergist zich echter. De Engelsche tonomtrent welker inhoud de
tafels van maten en gewichten in verschillende handboeken zeer uit elk
ander loopen, is in geen geval 1,89 last.
Door welke Nederlandsche inhoudsmaat wordt dan de Engelsche scheeps
ton vertegenwoordigd? Dit te weten en tevens te worden ingelicht om-
kent de vraag of de werkelijke inhoud der Ned. scheepston is 1,5 M3,
is tot het maken der door P. gewenschte vergelijking noodig. P. zal
daarom het leger aan zich verplichten, wanneer hij opgeeft:
1° Of de tónnenmaat der troepenschepen naar de Kaap de Goede Hoop,
die door hem wordt medegedeeld, is uitgedrukt in registered tons (gemeten
inhoud) of in tonnage gross (werkelijke inhoud) welke laatste de eerste
gemeenlijk verre overtreft?
2° Of worden bedoeld Engelsche tonnen van 40 kubieke Engelsche
voeten, de voet 0,283 M3, dus van 1,132 M3, welke inhoud werd
vermeld in een Surinaamschen almanak van 1855, in Witsen Geijsbeek's
„Woordenboek der zamenleving," en in „The Queens regulations and orders
for the army", movements of troops bij sea, page 17, 35, uitgave 1873;
of Engelsche tonnen van 42 kub. voet, dus 1,189 M3, zoo als wordt
vermeld in den „Almanak voor het Koninklijk Instituut van Ingenieurs"
voor 1875, en in Kuijper's Hollandsche bewerking van Weisbach's
„Practische handgids voor Ingenieurs"; dan wel Engelsche tonnen van
1,1 Ned. ton, dus 1,65 M3, zoo als vermeld wordt in de jaarboekjes voor
de zeevaart; of eindelijk Engelsche tonnen van 100 kub. voeten, dus 2,83
11