13
opgesteld in twee' liniën van colonnes, die door tirailleurs werden
voorafgegaan. Het vijandelijk vuur was van 1500 pas af zóó moord
dadig, dat in tien minuten tijds meer dan 6000 man vielende aanval
moest worden opgegeven.
„Sedert werd de aanval van colonnes in linie op open terrein al
gemeen als onmogelijk beschouwd, daar hij eene nuttelooze opoffering
van menschenlcvens ten gevolge had. Maar men kon den aanval in
open terrein niet volstrekt verbieden en uitsluitend door omtrekkende
bewegingen tot zijn doel geraken, wijl deze laatste in groote gevechten
dikwerf onmogelijk zijn. Men moest dus eene nieuwe gevechtsformatie
uitdenken; zij werd geregeld door de commandanten van het garde
en van het IIIe korps, en met succes toegepast bij den aanval op
het dorp le Bourget.
„Tot den aanval op het dorp waren 9 bataillons der garde bestemd,
die in 3 colonnes verdeeld werden. De beide vleugel-colonnes ver
spreidden sterke tirailleurliniën, die in den looppas vooruitliepen en
zich dan nederwierpen om adem te scheppen. Daarop volgden eveneens
in den looppas de soutiens en reserven, in kleine groepen verdeeld.
Toen deze zich nederwierpen, snelden de tirailleurs op nieuw vooruit
en breidden zich gelijktijdig uit naar de vleugels; binnen het werk
zame geweervuur gekomen, wierpen zij zich weer neder en openden
het vuur op den vijand. De openingen, door dezen schuinschen
marsch ontstaan, werden onmiddellijk door de reserve aangevuld; de
vleugels werden tevens verlengd door het echelonsgewijze aankomen
van afzonderlijke compagniën in geopende orde, zoodat men steeds
den vijand overvleugelde.
„De verspreide afdeelingen maakten gebruik van de kleinste oneffenhe
den van het terrein om zich weer te verzamelen en een vernielend vuur
te openen. Zoo diende noord-westelijk van het dorp eene rij op
het veld liggende mesthoopen tot verzamelingsplaats van eene geheele
compagnie, die daarachter door haar welgericht vuur de uitvallen des
vijands afsloeg, en bood de oever van het beekje Moleret eenige dek
king, die door verscheidene vereenigde compagniën bezet werd om
een vijandelijken tegenaanval af te wijzen.
„Het mechanisme van den aanval bestond voornamelijk in den
snellen overgang van de verspreide tot de geconcentreerde orde, zoodra