168 taire detentie; bij A. O. van 1876, N° 113 wordt het voorgeschrevene bij 1 dei- A. O. van 1851, N° 7, betreffende het maken van mutatiën ter zake in herinnering gebracht en eene nauwkeurige opvolging daarvan aanbevolen. Art. 20. Het recht op gagement gaat verloren: a. door veroordeeling tot onteerende of lijf- en onteerende straffen b. door verwijdering uit de dienst wegens bij vonnis uitgesproken ver vallenverklaring van den militairen stand; vervolging wegens misdrijf schorst het verleenen van gagement tot na de uitspraak van het eindvonnis. Art. 21. Wordt aan een tot eene onteerende of lijf-en onteerende straf veroordeelden persoon geheele kwijtschelding der straf verleend, dan ver valt het gagement slechts van den dag der uitvoering van het vonnis tot aan dien, waarop rehabilitatie is verleend. A. O, van 1875, N° 42. Aangezien militaire veroordeelden, aan wie door den rechter het preventief arrest als straf is aangerekend, niet tot ■straf zijn veroordeeld, behoeven zij den tijd, daarin doorgebracht, niet over te dienen om voor pensioen of gagement dan wel voor eene medail le voor trouwe dienst in aanmerking te worden gebracht. A. O. van 1876, No 3. Omtrent het al dan niet afgeven van een cer tificaat van goed gedrag aan Europeesche militairen, die het leger met paspoort verlaten, wordt door den Legerkommandant beslist op voordracht van den korpskommandant, die daartoe een volledig extract uit het straf register van den betrokken militair overlegt. A. O. van 1876, No 2. Aan officieren en hun gelijkgestelde militaire personen van de landmacht in Ned.-Indië, die uit de militaire dienst worden ontslagen inge.olge de 2, 3, 4, 5, 6, 8, 9 of 10 van artikel 30 van het Koninklijk besluit dd. 24 November 1859, No 69 (A. O. van 1860, No 13) wordt, ingeval de raad van onderzoek de aanwezigheid van ver zachtende omstandigheden bij de redenen tot ontslag heeft geconstateerd, of wel indien het bestaan van zoodanige omstandigheden bij het ver leenen van het ontslag wordt in aanmerking genomen, een voortdurende of tijdelijke onderstand tot levensonderhoud toegekend. Artikel 50. Zie art. 28 R. K. omtrent het opleggen van arrest. Artikel 65. Zie het aangeteekende bij art. 31 C. W. omtrent den duur van de kruiwagenstraf. Artikel 85 en 86. Zie A. O. van 1871, No 53. 6<> Titelderde hoofdstuk. A. O. van 1842, No. 3. Elk eiland in Ned.- Indië in zijne geheele uitgestrektheid, daaronder begrepen de kleinere ei landen, welke onder hetzelfde bestuur gesteld zijn, wordt in tijd van vrede

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1879 | | pagina 171