184 de roosters op het bovendek, waar de zieken verpleegd werden. Zaal II had ter weerszijde zeven patrijspoorten, middellijn 2,5 dM. voor aanvoer van versche lucht twee luikgaten één voor en één achter, respectievelijk groot ongeveer 4,5 M2 voor aanvoer van versche lucht en 10,5 M2 voor afvoer van bedorven lucht; één stoomventilator voor afvoer van bedorven lucht, in het groote luik geplaatsten twee luchtkokers voor aanvoer van versche lucht, doorsnede 0,36 M2 met beweegbare trompen, in het voorste luik geplaatst. De stoomventi- latoren, (eenvoudig het laten uitstroomen van stoom in den ventilator, om op die manier een luchtstroom te weeg te brengen) verbruikten veel stoom, veroorzaakten veel geraas, en veel water in de ziekenzalenzij waren daarbij aanhoudend defect, waarom ze slechts zelden in werking gebracht werden. Yoor den invloed op de temperatuur in de zaal kunnen ze dus gerust buiten beschouwing bljjven. Voor .Zaal I bestond de ventilatie uit: Zes patrijspoorten ter weerszijde, doorsnede als boven voor aanvoer van versche lucht Eén groot luikgat, doorsnede 6 M2 voor Eén stoomventilatorin het luik geplaatst (als boven) voor afvoer van bedorven lucht. Vier ventilatoren met beweegbare trompwaarvan twee in het groote achterluik geplaatst waren voor aanvoer van versche lucht en twee aan het achtereinde der ziekenzaal voor afvoer van bedorven lucht. Eén luchtkoker van zeildoek, doorsnede beneden 0,9 M2, boven 1,5 M2. met houten beschot op het dek en kap volgens de teekening, voor afvoer van bedorven lucht uit het achterruim. Rest nog te vermelden, dat, zooals de teekeningen aangeven, de stoomventilatoren reikten tot in de bovenste luchtlagen der zieken zalen evenals de luchtkoker van zeildoek; dat de twee achterste luchtkokers eveneens reikten tot in de bovenste lagen der ziekenzaal, waar ze noch tromp haddennoch in en uitgeschoven konden worden; dat de twee andere luchtkokers in Zaal I met gesloten onderopening en zijdelingsche uitkapping (eene nabootsing eener tromp) evenmin in en uit te schuiven waren. Die in Zaal II hadden ronde ondero pening zonder uitkapping; voor de tromp op het bovendek was, bij preferentie naar het scheen, de vierkante vorm boven de ronde verkozen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1879 | | pagina 187