200 naamste hulpmiddel, dat zeer goed voldeed. Voor de ernstige zieken waren tandoes aanwezig, van wel wat zwaar, ouderwetsch en onhan dig model (er waren voor vervoer van één lijder vier dragers noodig met twee vervangers, dus in toto zes personen) maar voor de zieken zeer gemakkelijk als vervoermiddel. De raderbrancards van De Mooy waren hier wel bekend en zelfs waren er exemplaren van aanwezig, doch werden, om ons onbekende redenen, voor dit ziekentransport niet gebruikt. Te Batavia was het ziekenvervoer naar den wal eveneens aan eenige bezwaren onderhevig; de afstand naar den wal bedroeg ongeveer een half uur stoomens; de afstand van daar naar het hospitaal één uur gaans, naar het stadsverband echter maar 25 minuten. Het vervoer naar den wal geschiedde met de raderstoombootjes van het Prauwenveer, wat vrij voldoende was; bij een grooter getal zieken echter met 8 a 10 koijangsprauwen, waarin houten banken aangebracht warentevens had men eene beschutting tegen regen en zon door eene planken zoldering. Dit vervoer kon er dus nog mede door. De dwangarbeiders werden van den Boom vervoerd naar het Stadsver band zij die loopen konden, per pedes apostolorum, de overigen hetzij in karretjes (vrij goed) of in tandoes als in Atjeh (hier onvoldoende). De vrije koelies werden grootendeels per tramway naar het hospi taal vervoerdde methode was niet kwaad, de inrichting der tramway echter minder doelmatig daarvoor. Het grootste bezwaar leverde het vervoer van zware lijders op, die per prauw naar het hospitaal vervoerd werden. Ook hier was van goed ingerichte ziekensloepen geene sprake, ter wijl aan den Boom geen magazijn bestond, waar de noodige hospitaal goederen, etc. aanwezig waren voor de prauwenwat de hospitaal goederen betreft, hiervoor is later eene gewenschte verandering gekomen. Mij rest nog te vermelden eene inventie van den ingenieur Deele- man te Batavia n. 1. de ziekenkarren tot vervoer van vier zieken deze karren waren aan den Boom gestationeerdeen exemplaar daar van werd naar de Internationale Tentoonstelling te Parijs gezonden. Het hoofdidée schijnt geweest te zijn: uitsparing van kosten van vervoer. De inrichting was als volgt: Eene kar op veeren, vrij laag bij den grond met hooge wielen, van

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1879 | | pagina 203