226 Om den werkkring van dien opperofficier wel te begrijpen, is het noodig kennis te maken met de instructie, welke dien werkkring omschrijft. Wij laten daarom hieronder den inhoud dier instructie volgen, zonder daarbij wat voor het hier te behandelen onderwerp noodig, noch nuttig is ons te houden aan het aantal en de soort der artikelen, in welke die instructie vervat is. De inspecteur der Infanterie staat onder de bevelen van den Mi nister van Oorlog; de kring zijner dienstverrichtingen strekt zich uit over de wijze van leven en de geschiktheid der Heeren Officieren en het verder personeel der korpsen van het wapen; hij 'vestigt ook in het bijzonder zijne aandacht op al datgene, hetwelk de bruikbaarheid van den troep uitmaakt of daarmede in verband staat, zooalsonder richt, oefeningen, krijgstucht, inwendige dienst, kleeding en wapening hij draagt zooveel mogelijk zorg, dat de bestaande reglementen, voor schriften en bepalingen stiptelijk opgevolgd, en alle afwijkingen daar van ten spoedigste hersteld worden; hij verzekert zich, dat de jongere officieren, inzonderheid diegenen, welke hunne opleiding aan de Ko ninklijke Militaire Akademie hebben genoten, het vroeger aangeleer de met zorg onderhouden en zich bij voortduring met ijver op de militaire wetenschappen blijven toeleggen (a)hij houdt daartoe, op last van den Minister van Oorlog, op tijdstippen door dezen te be palen, over de korpsen wapenschouwingen, terwijl hij, in bijzondere gevallen, wanneer hem zulks in het belang van de dienst mocht noodzake lijk voorkomen, ook zonder zoodanigen last, een of meer. korpsen van de Infanterie in oogenschouw kan nemenna afloop van elke wapenschouwing zendt hij een gedetailleerd rapport daaromtrent aan den Minister van Oorlog in, met bijvoeging van alle zoodanige inlich tingen, consideration, adviezen en voordrachten, als hem naar zijn beste weten ten meesten nutte van 's Konings dienst raadzaam zullen (a) Het spreekt van zelf, dat reeds bij de eerstvolgende herziening dezer instructie buiten sprake bleef het exclusieve denkbeeld, dat de inspecteur zich inzonderheid van de studie der van de K. M. A. herkomstige officieren zoude hebben te verzekeren, als of het er minder op aan kwam, dat de overige infanterie-officieren het 7/8 deel van het geheel al dan niet hunne studiën bijhielden. De Minister van Oorlog Van Spengler had het vaderschap van dat protectionistische denkbeld, hetwelk de Minister van Oorlog De Casembroot zoodra mogelijk uit de boeken deed verdwijnen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1879 | | pagina 229