230 minstens één infanterist. Was zooals bijvoorbeeld in 1872 de kommandant van het leger (Luitenant-Generaal Kroesen) van de Infanterie, (van 1850 tot 1873 (a) is er trouwens slechts één legerkom- mandant geweest, de Luitenant-Generaal Whitton, die niet van de Infanterie was), dan deed het er minder toe, of de chef der II afdeeling van het Departement van Oorlog (Généraal- Majoor Whitton in 1872 en in vroegeren tijd gedurende vele jaren, als chef van den Generalen staf, de mede van de Artillerie herkomstige kolonel Flugi van Aspermont) minder of meer met de infanteriezaken vertrouwd was; omdat toch de legerbevelhebber in laatste instantie besliste over alle belangrijke aangelegenheden betreffende het wapen en zijne veeljarige kennis van de Infanterie meer dan voldoende was, om te voorkomen, dat gebrek aau zaakkennis betreffende dat wapen bij den chef der II afdeeling van het Departement van Oorlog tot minder gewenschte beslissingen zoude voeren. Was daarentegen zoo als in 1873 de legerbevelhebber (Luite nant-Generaal Whitton) niet van de Infanterie herkomstig, dan waren de infanteriebelangen genoezaam gewaarborgd in den chef der II afdeeling van het Departement van Oorlog Generaal-Majoor Ver- spijck die als oud-infanterist den Legerbevelhebber in alle infan- terieaangelegenheden voldoende kon toelichten. Het zij dus de kommandant van het leger zelf, dan wel de onder hem dienende oudste Generaal-Majoor, van de Infanterie afkomstig was, in elk geval had dat wapen een generaal-officier, die met de noodige kennis omtrent de belangen en het personeel van het wapen toe gerust, haar, uit kracht zijner vroegere opleiding en betrekkingen bij het wapen, ten bate daarvan kon aanwenden. Sedert eenigen tijd evenwel verkeert de Infanterie van het Indische leger in een geheel anderen toestand. Aan het hoofd van het leger staat thans een voormalig artillerie officier en aan het hoofd der II afdeeling van het Departement van Oorlog een voormalig genie-officier. Wij ontzeggen beiden Opperoffi- cieren talenten noch capaciteiten. Het feit alleen, dat 's Ko- (a) De Generaals Van Saxen Weimar Eisenach, Kidder de Stuers, Van Swieten, Schimpf, Andresen, Kroesen en De Jieve waren allen van de Infanterie; alleen de Ge neraal Whiten en de tegenwoordige legerkonimandant waren Artilleristen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1879 | | pagina 233