251 dezelfde reden altijd op een der vleugellieden van de groep ge schieden. Dat de bewegingen vlug moeten worden uitgevoerd (bladz. 12), is een grondregel. Gedurende het marcheeren dragen de tirailleurs het geweer omlaag in de rechter-of linkerhand. Het Nederlandsche voorschrift staat ook toe, dat het geweer op den rechter- of linkerschouder gedragen wordt. Wij raden deze wijze van dragen aan voor de tirailleurs, die nog niet vuren mogen; als dus de linie nog op te grooten afstand van den vijand is om het algemeen tirailleurvuur toe te latenen slechts de beste schutters mogen vuren. Het is een hulpmiddel om het vuur te controleeren. De voorlaatste alinea van bladz. 12 is eene sprekende getuigenis voor onze bewering, hoe letterlijkmaar ondoordacht bij de samen stelling van het Indische reglement uit het Nederlandsche is nage schreven gewordenterwijl bovendien uit het weglaten van sommige regels blijktda.t men geen juist begrip van het doel dier alinea gehad heeft. De bedoelde regel luidt in het Indische reglement aldus: „Somtijds zullen 2 of 3 groepen vereenigd en naast elkander worden gesteld." Het Nederlandsche voorschrift laat er onmiddellijk op vol gen: „dat vooral noodig is om de grondregels van het sprongsgewijze vuren te onderwijzen. (In dien geest zijn dan ook door ons de grond regels 28, 29 en 30 voorgesteld.) De vereeniging van drie groepen onder één onderwijzer keuren wij af, Of tweeof vier groepen moeten vereenigd worden, omdat de Indische sectie uit tweehet Indische peloton uit vier groepen bestaaten men den manschappen op het oefeningsterrein geene gevechtsvormen moet leeren, die in de werkelijkheid niet worden ge bruikt. Bij twee groepen treedt de onderwijzer dan als sectiecommandant^ bij vier groepen als pelotonscommandant op. In Nederland, waai de sectie uit drie groepen bestaat, heeft die drieledige vereeniging natuurlijk recht van bestaan. De reglementaire onderlinge afstand tusschen de tirailleurs van elke groep is in 2 bepaald op één pasterwijl in 35 als grootste interval tusschen de groepen 25 pas wordt vastgesteld. Die afstan-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1879 | | pagina 254