254 groep meer aaneen doen sluiten, opdat de uitgestrektheid van de pelotons het normale cijfer niet te boven ga, tenzij dit speciaal gelast ware. De generaal geeft de voorkeur aan de échelonsgewijze opstel ling der tirailleurlinie; elk échelon ter sterkte van een peloton, waarvan de helft „en tirailleur" en de andere helft „en soutien". Wanneer de compagnie afzonderlijk strijdt, mogen zelfs de groepen échelons gewijze worden geplaatst, een maatregel, zegt hij, die in Algeria dikwerf met vrucht werd toegepast. „C'est un système admirable qui devra toujours être préféré dans ce cas. Het Nederlandsche voorschrift van 1877 is bijna gelijkluidend met het Indische van 1879. In het Nederlandsche Ontwerp-Yoorschrift van 1874 was de afstand der verspreide rotten op niet minder dan 3 en niet meer dan 6-pas bepaald, terwijl in dat van 1875 de onderlinge afstand der tirailleurs op één pas en het interval op uiterlijk 20 pas waren vastgesteld. Er is dus door den Yederlandschen schrijver nog al geweifeld geworden, zonder dat thans een positieve grondslag is ver kregen. Het zal den lezer dus weinig verwonderenals hij door ons hoort bewerendat wij in het Indische reglement evenmin hebben gevonden," op welken grondslag de onderlinge afstanden der tirailleurs en de intervallen der groepen zijn bepaald. Onderzoeken wij eens welk gevechtsfront eene Indische pompagnie, die in verband met andere strijdt, mag innemen. Yolgens 25 van het nieuwe reglement is de tirailleurgroep op voet vau oorlog 12 a 14 man sterk, waaruit eene sterkte van de compagnie volgt van 96 a 112 man.-Yolgéns de Algemeene order N° 67 van 1877 telt eene Europeesche compagnie 129 en eene Inlandsehe compagnie 108 man schappen. Bij de samenstelling der 1° Expeditie tegen Atjeh waren de compagniëen 100 geweerdragenden sterk. Indien echter onze in lichtingen juist zijn, dan rukten er bij de laatste tochten in dit jaar meermalen compagnieën uit, die op veel grooter sterkte, soms van 160 man gebracht waren. Wij zullen daarom ons onderzoek be palen tot compagnieën ter sterkte van 96, 112, 128, 144 en 160 man; de tirailleurgroep telt dan respectievelijk 12, 14, 16, 18 en 20 man.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1879 | | pagina 257