267
In Nederland, waar men ten opzichte van de Militaire Apothekers,
zooals boven gezegd is, iets billijker denkt, is de verhouding 10 eerste
klasse's op 14 2de en 3de klasse's.
Mocht echter de een of ander nog bedenkingen hebben tegen de ver
melde opgaven, dan zal de volgende kansrekening, waarbij het bijna on
gelooflijke als grondslag is aangenomen, n. 1. dat ieder Militair Apothe
ker na verdiend pensioen zijn ontslag neemt, hem wel tot o vei tuiging
brengen. Berekenen wij met deze gegevens, wanneer de oudste zes 2de
klasse's promotie kunnen maken.
In dienst
Verlof
Pensioen
Apothekers l8te kl.
gekomen.
gehad.
verdiend.
A a n m er k i n g e n.
1 W
1859
2 jaar.
1880
2. T. actief.
2 M
59
0
79
1. E.
3 N
60
2
81
3. R.
4 S
60
3
82
5 T
62
4
85
6 B
54
Reeds pensioen verdiend.
IS
62
2
83
8 E
64
2
85
9. B
62?
2?
85?
Rederl. en West-Indische dienstjaren.
10 H
65
0
85
Apothékers 2de kl.
1 H
65
2
86
voor S. in 1882 na 17 dienstjaren.
2 P
66
2
87
R. n 83 17
3 V. B
67
0
87
E. 85 18
4 S
67
0
87
H. 85 17
5 S
62
4
85
R.?
6 V
68
2
89
H. 86 18
Waar cijfers als deze spreken, vallen alle beschouwingen en uitdruk
kingen weg, zooals: „ja, het is wel naar, maar alles kan een keer nemen.
Deze kunnen gerust achterwege blijven.
Buiten alle andere grieven, die eene dergelijke promotie (dit woord is
hier wel ten onrechte gekozen) met zich sleept, mag men ook niet uit
het oog verliezen, dat aan den eenen kant verscheidene Militaire Apothekeis
ongetrouwd blijven, dewijl ze geen kans zien, hunnen kinderen eene fatsoen
lijke opvoeding te geven, terwijl anderen, reeds getrouwd en met kinderen
gezegend, absoluut geen kans zien, dit gedaan te krijgen, al bekrimpen ze zich