der Nederlaiidsche Oost-Indische bezittingen onder het bestuur van
den gouverneur-generaal H. W. Daendels in de jaren 1808 1811",
uitgegeven te 's Hage in 1814.
Of, zoo als uit die stukken blijkt, de uit den „Amfioen-Handel" voort
komende voordeelen werkelijk tot het beoogde doel werden aangewend
is ons niet gebleken, maar wel dat bij Besluit van 1 Maart 1808 de
krijgsleus daartoe werd aangewezen.
Door de invoering van een vast tarief voor de betaling der mili
tairen in Indië, waren de uitkeeringen der douceurs uit de „Garni-
zoens-krijgskas" ten behoeve van „de staf-officierende kapiteinen
en subalterne officieren tot den staf behoorende" vervallendaaren
tegen waren ook de voornaamste inkomsten van die krijgskas inge
trokken, doordien alle kortingen op de rantsoenen der militairen had
den opgehouden.
Bij bovengenoemd besluit werd nu bepaalddat de krijgskas alleen
haar fonds zal vinden
le. Uit een gedeelte der pachtpenningen van de Bazaars op Mees-
ter-Cornelis.
2e. Uit de renten op eene obligatoire schuld van den Lande aan
de krijgskas, ter somma van Rds. 9000.
3C. Uit de fournissementen der vrij werkers, en uit het zoogenaamde
lijkdragen-geld.
En dat daarentegen uit dit fonds zullen worden betaald de douceurs
voor de officiers-weduwen en andere kleine uitgavenzonder meer.
Yan rechten op een bepaald bedrag is nergens sprakedoch alleen
van „douceurs," en wij hebben ook nergens den maatstaf kunnen
vinden volgens welken deze werden uitbetaald. Wij merken alleen
op, dat in de twee eerstbedoelde stukken wordt gesproken van „diffe
rente" en in dit besluit van „officiersweduwen."
Uit een mede in den bovenbedoelden Staat voorkomend stuk, ge-
By hetzelfde besluit wérd bepaald, dat op de order van de Armee en van de
Marine zal bekend gemaakt worden, dat van nu voortaan de vrouwen van officieren
van 's Konings Land-en Zeemacht hier te lande, welke in Europa geboren, of van
Europeesche afkomst, den rang van kapitein of daarboven bekleedende, Mevrouwen
zullen worden getituleerdten einde haar in navolging van 't Moederland te doen
jouisseeren van eén haar alleszins competeerenden titel.