276 dagteekend den 17 van Lentemaand 1 SI O zou men moeten opmaken, dattot dien datumalleen de te Batavia verblijfhoudende weduwen uit het fonds werden bedeeldook in dat stuk is weder sprake van „civiele en militaire weduwen." Eerst in 1811 werd liet eerste zuiver militair fonds bijeengebracht door eontributiën en, waarbij ook gesproken werd van „rechtheb benden op onderstand," opgericht. De overweging, waarop deze op richting was gegrond, luidde, „dat het fonds, bij besluit der Hooge Indische Regeeriug van den 2 October 1810 geaffecteerd, ongenoeg zaam was om het beoogde doel te bereiken en de staat van 's lands kas niet gedoogde, laatstgemeld fonds te augmenteren Het reglement van het nieuwe fondsgenaamdI onds voor ive- duwen en iveezen van officieren in 's Keizers bezittingen ten Oosten van Isle de Francewerd gearresteerd bij besluit van den G ouverneur- Generaal Daendels, dd. 15 Juli 1811 en opgenomen in de Bataviasche Courant van 26 Juli d. a. v. N° 30. De voornaamste bepalingen van dit reglement waren 1p alle officieren zonder onderscheid van rangcontribueerden 2 °/0 Dit stuk luidt als volgt: De Heer President heeft de volgende schriftelijke .voordragten aan Zijne Excellentie den Maarschalk en Gouverneur-Generaal overgelegd. Een waarbij Zijne Excellentie deze vergadering te kennen geeftdat vermits door ontstentenis van een Weduwen-fonds te Samarang, het onderhoud van Civiele en Militaire Weduwen aldaar, sedert de mortificatie van het ambt van Gouverneur van Java, door Zijne Excellentie vrijwillig was gedragenvan welk bezwaar nogtans de Gouverneur-Generaal bij zijne Instructie uitdrukkelijk was gereleveerd, terwijl op Soerabaija mede tot hiertoe zoodanig fonds niet existeert, waardoor vele van de zich aldaar bevindende Civiele en Militaire Weduwen in de grootste armoede zijn gedom peld proponerende omin navolging van hetgeen ter Hoofdplaats Batavia was ingevoerd, te Samarang en te Soerabaija ter dispositie van den Gouverneur-Generaal 's maands te stellen Rds. 150, Zilver Geld, voor iedere plaats, om te dienen tot onderhoud van behoeftige, Civiele en Militaire Weduwen, gerekend van primo van Grasmaand aanstaande. Met welke voordragt de Vergadering zich geconfirmeerd heeft; zoo is goedgevonden en verstaan, maandelijks Rds. 150, zilver geld, te Samarang, en even zooveel te Soerabaija, ter dispositie te stellen van den Gouverneur-Generaal, om aan de Civiele en Militaire Weduwen te laten uitdeelen ingaande met primo van Grasmaand aan staande. Het is ons niet gelukt, de statuten van dit fonds te vinden.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1879 | | pagina 279