278 voor de weduwe van een brigade-generaal's jaars op f 2200 idem. brigade-of adjudant-commandant 1800 idem. kolonel„1400 idem. majoor1200 idem. luitenant-kolonel 1000 idem. kapitein700 idem. luitenant400 idem. sous-luitenant 300 \olgens het ad i bepaalde waren dus alle vroegere weduwen (van weezen was vóór dien tijd nergens sprake) gesloten. Het is ons. niet gebleken uit welke fondsen zij betaald werdenwel dat de krijgskaswaaruit zij ingevolge het besluit van 1 Maart 1808 werden bedeeld, bij het besluit van 2 October 1810 was opgeheven terwijl het voordeelig saldo ad 9000 Rds. in de koloniale kas werd overgestort. Vermoedelijk hebben zij na dat tijdstip de „douceurs" uit die kas ontvangen. Evenmin is door ons de werking en het einde van bovenbedoeld fonds opgespoord kunnen worden. Denkelijk werden de te samen gebrachte gelden bij de verovering der kolonie door de Engelschen overgebracht in 's lands kas, even als zulks had plaats gehadtoen Nederland bij Frankrijk werd ingelijfd, met het kapitaal van het in 1807 in het modderland opgerichte algemeen officiers-weduwenfonds. Naar aanleiding eener circulaire aanschrijving van den Commissaris- Generaal van Oorlog van 8 Mei 1815, contribueerden de officieren der Nederlandsch-Indische landmacht, na de overname der kolonie van de Engelschen, aan de Weduwen- en Weezenkas der officieren van de landmacht in het moederland en zulks op den voetomschre- en in het Reglement voor die kas, vastgesteld bij Zijner Majesteits besluiten van 14 Januari en 24 Februari 1815. Volgens dat reglement bedroegen de contribut.iën 2 °/0 van alle activiteits tractementen boven de f 2400, I J- °/0 van die, loopende van f 1600 tot f 2400, en 1 van die beneden de f 1600 rs jaars. Bovendien waren gehuwde officieren, die hunne vrouwen en kinderen aanspraak op bedeeling wensch- ten te verschaffenverplicht binnen tien jaren te foumeeren eene som gelijk aan het jaarlijkse!: pensioendat aan de vrouwen bij vóórover- Dc luitenant-kolonel stond toen in rang beneden den majoor. "V

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1879 | | pagina 281