279 lijden der mannen zou worden toegelegd, en bij iedere bevordering binnen vijf jaren te storten een bedrag gelijk aan de vermeerdering van pensioen, waarop de echtgenoot door die bevordering aanspraak kreeg.- De tien- en wj/'/jarige fournissementen werden teruggegeven indien de vrouwzonder minderjarige kinderen na te latenvoor den man overleeden wel door vrijstelling van de gewone contribu tie tot zoolang de restitutie zou hebben plaats gehad. Had de weduw naar minderjarige kinderen, dan had de teruggave eerst plaats na het meerderjarig worden van het jongste kind. Kwam hij te over lijden vóór dat de terugbetaling was afgeloopen, dan verviel het restant aan de kas. Tevens was bepaald, dat ieder officier tot een hoogeren rang be vorderd wordende, gedurende de eerste maand na zijne bevordering slechts zou ontvangen het tractement, verbonden aan zijn vorigen rang, en het meerder bedrag zou komen ten voordeele van de W. en W. kasen dat die kas een gelijk voordeel zou genieten bij over plaatsingen zonder rangsverhoogingmaar met meer tractement. De uit te betalen pensioenen waren als volgt aan de weduwe van een luitenant-generaalf 800 generaal-majoor„700 ko\one\„600 luitenant-kolonel of majoor 500 kapitein„400 B 2en kapitein, len of2enluitenant. 300 Weduwen met meer dan drie kinderen ontvingen voor ieder kind dat getal te boven gaande, 50. Weezen ontvingen een onderstand gelijk aan het pensioen, waarop de moeder, in leven zijnde, aan spraak zou hebben, onder dien verstande, dat voor ieder wees, het getal van drie te boven gaande, bovendien eeue gratificatie van ƒ50 werd uitbetaald. Kinderen van hertrouwde weduwen ontvingen een onderstand gelijk aan dien van weezen. Hog werden aan de weduwe of nagelaten kinderen van een deelgenoot voor begrafeniskosten uit betaald van een luitenant-generaal of generaal-majoor200 kolonel, luitenant-kolonel of majoor„150 kapitein, 2en kapitein, len of 2e" luitenant. 100 V D V) V 0

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1879 | | pagina 282