Terugtocht. Retireeren in echelons of en echiquier met groepen of sectiën; de stellingen niet te dicht bijeeuiiemen. Als de vervolging- te sterk is, den vijand terugwerpen met het vuur der reserve, op wier vleugels de tirailleurs tijdelijk worden geroepen. In bedekt terrein een flankaanval met een gedeelte uitvoeren, terwijl het gros in front stand houdt. Een bataillon in linie, gereed 0111 te manoeuvreeren, heeft zijne vleugelcompaguiën in pelotonscolonnes op de vleugels. De compagniën worden beurtsgewijze op de vleugels geplaatst. De twee vleugelcompagniën zenden het voorste peloton vooruit; hiervan verspreiden zich de rechtersectiën, terwijl de linkersectiën de soutiens vormen, of omgekeerd. Zijn de tirailleurs op 150 pas vóór de soutiens gekomen, dan houden zij halt en dekken zich. Oordeelt de bataillonscommandant het poodig, dat de tirailleurs nog verder vooruitgaan, dan laat hij daartoe het signaal geven, en zoodra de tirailleurs op meer dan 300 pas van het bataillon verwijderd zijn, gaan de vleugelcompagniën op hunne beurt voorwaarts, zorgende dat zij ongeveer 150 pas achter de soutiens en achter de vleugels der tirailleurlinie blijven. Tot bewegingen buiten het geschutvuur des vijands dient de colonne- double, welke colonne de grondformatie der Infanterie voor het gevecht is. De formatie van het bataillon met compagniescolonnes is de tijpe- formatie voor den marsch op het gevechtsveld binnen 's vijands vuur. De keus van het soort van vuur hangt af van de terreingesteldheid en van den loop van het gevecht. Op groote afstanden langzaam vuur met afdeelingen of gelederen. Op kortere afstanden massa-vuur en als de vijand zeer dicht bij ■jjj majoor. In België is het gclederenvuur behouden.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1879 | | pagina 28