290
werkdadig geweervuur komt en men eene gedekte stelling niet ver
laat, vóór dat men uitwerking van het eigen geweervuur bespeurt.
Op die wijze omstaan er soms gevechtspauzen, waarin de aanvallende
tirailleurlinie niet verder vooruit te krijgen is zonder aanvoer van
versche groepen uit de soutiens of reserve, of eerst nadat de Artil
lerie haar krachtigen steun verleend heeft. De veldtocht van 1870
verschaft ons daarvan talrijke voorbeeldenin den slag van Gravelotte
zijn Duitsche troepen ureu lang in dezelfde stelling gebleven; elke
poging om den aanval te hervatten werd door het. hevig geweervuur
verijdeld. De Indische gevechten spelen vlugger af, maar vertoonen
toch dezelfde perioden.
Dat bij het avanceeren in 's vijands vuur niet altijd gesprongen en
van den looppas gebruik gemaakt moet worden, hebben wij reeds
bij onze grondregels, 27 opgemerkt.
De samensteller van het Indische reglement is hier op een zeer
slecht gekozen oogenblik van het Nedcrlandsche voorschrift afgeweken
hij heeft kennelijk niets van dit gedeelte begrepen, en nu door het
weglaten van eenige regels het doel van 14 geheel verknoeid. Wij
zullen, voor zoover noodig, diezelfde 13 en 14 uit het Neder-
landsche voorschrift overschrijven, en daarbij de woorden, die in het
Indische^ reglement weggelaten zijn, cursief schrijven, opdat de lezer
zelf kunne oordeelen.
13. Het in deze en volgende der Tirailleurschool voorge-
schrevene wordt aan ten minste drie groepen te gelijk onderwezen.
Eene stilstaandevurende tirailleurlinie kan in haar geheelvu
rende vooruitrukkenóf wel hij gedeeltensprongsgewijze vooruitsnel
len.hij welke laatste beweging de vooruitgaande gedeelten met vuren
ophouden en onder bescherming van het vuur der achtergebleven
tirailleurs voorwaarts gaan.
„Om eene stilstaande, enz."
Het overige van 13 is in beide reglementen gelijkluidend, met
uitzondering van de twee laatste regels, die in 't "Nederlandsch voor-
schift luiden:
„wordt zij zeer bezwaarlijk en moet vervangen worden door het
bij gedeelten 'in deze school met groepenen sprongsgewijze voor
uitsnellen."