292 - derkeerig ondersteunendit alles leert het reglement den instructeur niet. Wat daarentegen het reglement in §13 wel leert: „Ieder tirailleur vuurt als hij denkt uitwerking van zijn schot te hebben", strijdt met het voorgeschrevene in 39„Hot vuren der tirailleurs mag boven den afstand van 600 pas slechts geschieden door zeer goede schutters." Dit laatste is juist mits men 400 in plaats van 600 pas leest. De bepaling, dat voor die oefening steeds drie groepen moeten vereenigd worden, is voor het Indische leger zonder eenigen grond uit het Nederlandsche voorschrift nageschreven. Wij wezen er reeds op, dat de Nederlandsche sectie uit drie groepen bestaat, terwijl het Indische voorschrift in 25 zegt, dat de sectie uit tivee groepen be staat, onderscheiden in eene rechter- en linker groep. Voor die oefening zouden derhalve bij voorkeur twee, of anders vier groepen moeten vereenigd wordendoch wij zien er de noodza kelijkheid niet van in. Het elementair onderricht in de vuren hm zeer goeden moet naar ons oordeel in het begin aan slechts ééne groep gegeven worden. Eerst als de manschappen daarin bedreven zijn, vereenige men twee of vier groepen om hen échelonsgewijze met sprongen te leeren avanceeren. (Zie 2631 onzer grondregels.) Hetzelfde, wat van het sprongsgewijze avanceeren is gezegd, geldt voor het sprongsgewijze retireeren, 15. Ook hier is verzuimd te be palen, dat het retireeren met gedeelten, échelonsgewijze moet plaats hebben. Dat verzuim is vooral bij den terugtocht eene groote fout. Het langzaam retireeren met de geheele linie 16) komt in de werkelijkheid niet voor. Heeft de aanvaller met zijne, door de soutiens versterkte, tirailleurlinie den stormaanval ondernomen, en mislukt deze, dan gaat de" geheele linie in den snelsten gang terug naar de plaats, waar zij het laatst in gedekte stelling gelegen heeft, of wel de bevelhebber brengt bij tijds de versche troepen der reserve voor uit en deze sleepen op hunne beurt de terugwijkende tirailleur linie tot een hernieuwden storm mede voort. Het teruggaan in den pas, zooals het Pruisisch reglement dat vordert, is onder het dichte vuur des vijands eene onmogelijkheid en zou slechts de verliezen onnoodig vermeerderen. Yan een échelonsgewijze teruggaan met afdeelingen is dan evenmin sprake, daar de troepen bij den stormaanval, ondanks de strengste gevechtsdiscipline, door elkander zullen geraakt zijn

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1879 | | pagina 295