299 zijn. Als zoodanig wordt voorgesteld om de eigenlijke tirailleurketen op 15 a 20 pas door enkele goede schutters te doen voorafgaan, en door hen het vuur te doen onderhouden. Om dan het overige gedeelte der tirailleurlinie in de hand te houden, moeten de sectie- en groepscomman danten vóór hunne afdeeliugen gaan. Het zelfstandig schieten der ti railleurs in cene positie wordt door theoretici als het ideaal van het schieten beschouwd. Men meent, dat bij eene eenigszins voldoende dekking de schutter zich de bij het schijfschieten verkregen vaardigheid ten nutte zal maken en met juistheid zijn schot zal afgeven. Hiervan is in de praktijk in 't geheel geene sprakehoogstens brengen de man schappen het geweer in eene horizontale richting en vuren het zonder te mikken af, als zij het al niet recht in de lucht afschieten. In de plaats van dat afzonderlijk schieten, moet men er steeds naar streven om ge' lijktijdig een zoo groot mogelijk aantal geweren in ééne richting in werking te brengenmet andere woordenmen moet steeds zooveel mogelijk salvo's aanwenden. Het snelvuur moet men slechts bij uitzondering toelaten en wel hoofdzakelijk in het defensief; ook tegen een vijand, die na een mis lukten aanval terugwijkt. Als algemeenen regel zou men kunnen vaststellendat met de nabijheid van het doel en met de grootte van het voorwerp de snelheid van het vuur moet toenemenals de be slissing tot weinige oogenblikken beperkt is. Ten slotte verklaart deze schrijver, dat hij in tegenstelling met de bewering van Von Boguslawski persoonlijk dikwijls met gunstig ge volg salvo's heeft gebruikt. Kort na den oorlog van 1870 verscheen van dezen schrijver een merkwaardig boek, Taktische Folgerungen aus dem Kriege 1870-71 waarin hij zijne beschouwingen aldus kort resumeerde: „Wat wij niet zagen, zeg ik het eerst: wij zagen geene salvo's in het vuurgevecht, geene of zeer zeldzame aanvajlcn van gesloten af- deelingenals echter een troep werkelijk zoo aanvieldan was hij zeer klein, nooit eene bataljonscolonne. „Wat wij wel zagen: dat waren uitgebreide tirailleurzwermeneen langdurig, langzaam voortgaand, dikwijls heen en weer golvend VON BOGUSLAWSKI.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1879 | | pagina 302