314 zoo mogelijk op 600 pas van een terreinvoorwerpdat de vijandelijke st.elling voorstelt, in beweging te stellen. Hij wijst twee of drie man uit de groep als de beste schutters aan. Deze éclaireurs gaan - de groep op 15 a 20 pas vooruit en be ginnen op het commando van den onderwijzer een langzaam, goed gericht vuur. Tot het doen van een schot houdt do éclaireur vooraf halt. De groep volgt de éclaireurs op deu genoemden afstandde tirail leurs, die met vuren, dragen het geweer overde -groepscommandant houdt zich tusschen de éclaireurs en de groep op. Van tijd tot tijd zal de onderwijzer deze terreinstrook van 600 tot 400 pas door de groep ook zonder te vuren doen doorloopen. Slechts bij uitzondering geschiedt dit in den looppas. 61. Zoodra de groep op de wijze van 60 de vijandelijke stelling- tot op 400 pas genaderd is, laat de onderwijzer haar tijdelijk in eene gedekte stelling- halt houden, en nemen de éclaireurs hunne plaatsen in de groep weer in. Do ondei wijzer laat nu het algemeen tirailleurvuur aanvangen en onderwijst daarbij de grondregels van 1822. Hu moet trachten te verkrijgendat van elk rot slechts één man om beurten vuurt. 62. Het verder avanceeren geschiedt nu van het eene dekkende voorwerp naar het andere. Alléén op geheel open terrein begeeft zich de groep m den looppas voorwaartswaar een sluipenderwijs naderen mo gelijk is, wordt dit toegepast. Zijn geene terreindekkingen voorhanden, zoo is elke sprong niet grooter dan 50 pasna halt gehouden te hebben, legt zich de groep dan neder. Onder dit sprongsgewijze vooruitgaan moet de onderwijzer van tijd tot tijd de groep laten formeeren volgens 57 om daarop terstond het salvovuur te kunnen conunandeeren. Indien l.et oefeningsterrein niet toelaat om op zulk een groeten afstand te begin nen, moet de onderwijzer den recruten mededeelen, dat hij veronderstelt op dien afstand van den vijand verwijderd te zijn.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1879 | | pagina 317