321
Na lezing der brochure, komt het ous voor, dat J. D. S. niette
genstaande den zoo verdienden lof, welken hij het artikel in het Ja-
nuari-nummer van dit tijdschrift toezwaait, den schrijver van het stuk,
dien hij N. N. noemt, niet begrepen heeft. N. N. levert een be
toog over de wenschelijkheid en noodzakelijkheid eener samenwer
king dér ministeriën van Oorlog, Marine en Koloniën. Hij wijst er
op in welke opzichten zulke samenwerking ontbreekt, en welke kwa
de gevolgen het gemis aan onderling .overleg reeds heeft na zich ge
sleept. Doch waar hij samenwerking ten sterkste aanbeveelt en in
het belang van Nederland en de Koloniën als eisch stelt voor de weer
baarheid, d. i. voor Nederland's onafhankelijkheid, denkt hij niet aan
samensmeltingen al moge hij, met ons, meenen, dat, van een na
tionaal standpunt beschouwd, de belangen van het Nederlandsche en
die van het Ned.-Indische leger één zijn, zoolang zij gezamenlijk aan
de behartiging van het Departement van Oorlog in- Nederland bleven
overgelaten, zou deze, de treurige ervaring leert dit, eenzijdig zijn.
N. N. wenscht erkenning der behoeften van het Ned.-Indische leger
ook door Nederland, en voorziening daarin door gemeen overleg der
ministeriën van landsverdediging, geenszins door overbrenging van
allo noodige instellingen voor het leger uit Indië naar Nederland, en
nog minder, gelijk J. D. S. schijnt te denken, eene volkomen afhan
kelijkheid van het leger in Indië van dat in Nederlandeene afhan
kelijkheid, zoo grievend, zoo demoraliseerend voor een leger, hetwelk
zulke gegronde "rechten van bestaan heeft, dat slechts wantrouwen,
gedruktheid en ontstemming daardoor kunnen en zullen aangekweekt
worden. J. D. S. erkent, dat met zijn stelsel bij opkomend oor
logsgevaar in Europa, de bronnen voor Indië zouden verstopt worden,
en toch wil hij, dat, al is de vijand meester van het moëderland,
de kolonie zich verdedigeHij beweert zelfs,- dat deze meening van
De Waal de grondgedachte van het in zijne brochure ontwikkeld
stelsel juist weergeeft! Hoe dan? De voornaamste, ja nagenoeg
alle hulpbronnen voor het Ned.-Indische leger wil hij overbrengen
naar Nederland of van Nederland geheel afhankelijk maken, en niet-
De naam van den schrijver van het artikel: „De wetgevende macht en de mi
nisteriën van landsverdediging", voorkomende in de Januari-aflevering van het I. Mi
litair Tijdschrift, jaargang 1879, is mij geheel onbekend. L.
21