325
vreemde mogendheid, omdat volgens hen de sleutel der Ned.-Indische
bezittingen te Amsterdam zou te vinden zijn.
Even als door alle tijden heen het bewijs is en nog wordt geleverd,
dat menschen, die steeds in een enkelen tak van bestuur, zelfs met
uitstekend gevolg, zijn werkzaam geweest, ongeschikt zijn, de rcgec-
ring over een land, zoo zij daartoe geroepen worden, naar behooren
te leiden of daaraan mede te werken, veel minder, door tijdsom
standigheden gedwongen, deze naar eisch te reorganiseercn, wanneer
zij zich niet eene grondige kennis der overige deelen van het staats
bestuur hebben eigen gemaakt, en niet de gave bezitten, het doel der
instellingen te doorgrondenom daaruit met vrucht nieuwe toestan
den te scheppen, dan wel groote veranderingen daar te stellen,
evenzoo doet de geschiedenis der oorlogen en der legers ons zien, dat
zij, die groote en ingrijpende verbeteringen van blijvend nut hebben
tot stand gebracht in de samenstelling en de aanvulling van het le
ger, niet enkel specialiteiten van eenigen tak van dienst zijn geweest,
maar vertrouwd waren met de behoeften en het gebruik der troepen
in den oorlog en in andere omstandigheden.
Want zelfs bij het in het leven roepen van een nieuw of het her
vormen van een bestaand gedeelte der legerindeeling, is het een ver-
eischte, dat de ontwerpers niet alleen de noodigo kennis bezitten der
overige onderdeelon, om te kunnen voldoen aan bepaalde oischen,
welke op krijgskundige, staatkundige en finantiëele grondslagen be
rusten, maar moeten zij ook goede begrippen hebben van troepen
aanvoering en legerbeheer.
Wel is waar heeft ieder organisateur de voorlichting noodig van
hen, die de practijk, zoo hem deze ontbreekt, van nabij gezien heb
ben, en die door eene grondige studie zich de kennis van eenig on
derdeel van het leger meer in het bijzonder hebben eigen gemaakt,
maar hij zelf moet dat advies begrijpen en de toepassing er van in de wer
kelijkheid kunnen beoordeelen. Zijn voorstel dient, tot eene doeltref
fende indeeling van eenig wapen, te berusten op een juist begrip
om het midden te houden tusschen te strenge vormen en te groote
individualiteit, en van eenig dienstvak, op de voorziening in de ma-
teriüelc, physische en moreele behoeften der troepen. Om met grond
eene verandering van formatie van eenig wapen of eenige dienst