338 Er zijn wellicht geene oorlogst.ooneelen in Europa aan te wijzen, welke, ook tengevolge van de toestanden, zoovele troepengeleiders vor deren en waar terreinkennis van zulk eene behoefte is als bij de oorlogshandelingen in Indië. Naar gelang nu de behoefte aan die kennis grooter is, moet ook het gewicht der positie, welke de Generale staf in Indië dient in te nemen, betel' voorgeschreven en verzekerd worden, om daardoor meer dere medewerking en ondersteuning van verschillende zijden te er langen. Door do algemeene neiging tot en de merkbare sporen van vooruitgang, welke men kan waarnemen, vooral op het gebied der opleiding en vorming van officieren, mogen wij ons met de hoop vleien, dat de Indische Generale Staf eene betere toekomst te gemoet gaat. Geen wapen of dienstvak in het Ned.-Indische leger is op dit oo- genblik zoo gekortwiekt in de vervulling zijner verplichtingen, door gebrekkige samenstelling en inrichting, als de Generale staf. Het is zoo moeilijk niet, na te gaan, dat de werkkring van den staf onvolledig is, als men slechts oplet, dat daar waar juist een groot gedeelte der Generale stafofficieren moet aanwezig zijn, om de zware taak en de groote verantwoordelijkheid der overige officieren van het leger te velde te verlichten, men er slechts één aantreft en dat de werkkring van eenige officieren van dat dienstvak weinig of niet gelijkt op die van stafofficieren, omdat men hen daarvoor niet gebruikt. Zoowel door vrees voor te groote inmenging in hot als monopolie bewaarde geheim der Inlandsche en Indische politiek, als door ge deeltelijke onbekendheid met de werkzaamheden en verplichtingen van een Generalen staf, heeft dat korps in Indië, zoover wij hebben kunnen nagaan, eene bekrompen formatie, en worden de rechten en werkzaamheden er van ontkend of zeer beperkt. Dit is trouwens niet vreemd, want overal elders heeft dit in de eerste jaren na de oprichting van zulk een dienstvak evenzoo plaats gehad, en de In dische Generale staf dateert eerst van 1874. Dat de Pruisische Ge nerale staf zoo geroemd wordt, is niet zoo zeer gelegen in het feit, dat de leden van dat korps zooveel kundiger zijn dan die van ande re legers, maar wel omdat zij in don oorlog hebben kunnen toonen,

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1879 | | pagina 341