344
Ik noemde dien volzin van den Generaal Van Swieten minder waardig
omdat zijne zoo apodictisch daarin geschreven stelling geen ander doel
en ook geen ander gevolg kan hebben dan mij voor een dolleman te doen
doorgaan.
Hoe die bijnaam ontstond en wie mij dien het eerst gegeven heeft, is
natuurlijk niet uit te maken, maar zeer waarschijnlijk is het, dat mijn
epitheton een gevolg was van de voorliefde, welke men in het hoofd
kwartier voor mijn bataillon hadeenc voorliefdedie daaruit bleek, dat
het bijna bij alle ondernemingen tegenwoordig was. Is hot nu waardig
van den Generaal, zoo vraag ik, oen bijnaam te exploiteerendien hij
zelf indirect in het leven riep
Vechtersbazen van het tijpe, zoo als dat, waarbij men mij heeft willen
doen aansluiten, bestaan, geloof ik, in ons leger niet; althans ik behoor
met tot die categorie. De een zal zich en dat is meestal afhankelijk
•van zijn gestel in het gevecht wat meer op zijne plaats gevoelen dan
een ander, maar de zucht tot zelfbehoud is den gezonden mensch te
•veel ingeweven dan dat ik, die dat ook ben, mij geheel doelloos aan
gevaren zou blootstellen als die van den 16on April 1874toen wij 25%
verlies leden.
De vraag of het laten van lijken in 's vijands handen zóó ongewoon
is in onze Indische oorlogen, als de Generaal in het belang zijner ver
guizing van mijn persoon noodig heeft geacht voor te geven, laat ik
ter beantwoording over aan hen, die tijd, lust en gelegenheid hebben
om dit na te pluizen. Het is echter een feitdat toen iknadat de troepen
op mijn bevel afdeelingsgewijze achterwaarts stelling genomen hadden
•v ernamdat vijf dooden in de gracht waren achtergelaten, het halen
der lijken in rijp beraad nam, maar daarvan afzag tengevolge van
de overweging, dat mij zulks minstens een tiental geblesseerden zou
gekost hebben.
Wat aangaat de beschuldiging van slechte artillerie-aanwending, zij
Het gaat trouwens met die vrij algemeene klacht over artillerie-aanwending bij
onze Indische gevechten als met het klagen over branden. Menig artillerist, die zich
nu technisch juist beklaagt over do slechte aanwending van zijn wapen, zou, mocht
hij geroepen worden zelf als kolonnekommandant op te treden, dezelfde fouten maken.
Want routen worden er begaan dat staat vast; en dit zal hoop ik iedereen toege
ven die zelf kolonnes in het vuur kommandeerde en die de gedurende het gevecht of
late,- vervaardigde terreinschets onder de oogen kreeg. Maar de kracht der juistheids
wapens bestaat in het bekend zijn d,an wel door proef schoten bepalen van afstanden
en het een als het ander behoort meestal tot de vrome wenschen; want kaarten van'
het terrein hebben wij bij onze Indische gevechten bijna nooit, en proefschoten zijn
door het veelal bedekt en begroeid terrein niet te controleeren.