351 Dit feit, n.L, dat er van de aangebrachten zoo velen afgekeurd en slechts het kleinste gedeelte goedgekeurd werden, heeft zeer dikwijls aan merkingen der militaire kommandanten van Ternate tengevolge gehad, die gaarne met elke mailboot een groot aantal rekruten naar Java hadden willen zenden. Ik echter gaf hun telkens ten antwoorddat ikzoo lang volgens de bestaande bepalingen de verantwoordelijkheid slechts op mij als Officier van Gezondheid rustte zoo serieus mogelijk te handelen verplicht ben, maar dat de militaire kommandanten van Ternateindien zij som mige der afgekeurderi voor de militaire dienst geschikt achtten, deze op hunne eigene verantwoordelijkheid mochten aannemen. Met liet oog op het vorenstaande, moet ik dus blijven heiveren, dat de bemerking van den schrijver van het voormelde opstelals zonde de keuring der Ternataansche Alfoeren minder serieus zijn geweest en naar zijne zienswijze veel te wenschen heeft overgelaten nu er zich één geval van minder nauwkeurige keuring heeft voorgedaan, onjuist is en zijne gevolg trekking over het algemeen als minder logisch is te beschouwen. Overgaande tot het tweede gedeelte, dat de gekozen maatregelen minder goed waren en het mislukken der proeve met het oprichten der Alfoeren-kompagnie slechts daaraan te wijten is, wil ik slechts eenige bemerkingen daaromtrent hier bijvoegendie (zooals ik in 't begin reeds zeide) op ondervinding door een langdurig verblijf gebaseerd zijn. 1° Het is als eene fout te beschouwendat men de Ternataansche Al foeren bij de werving met Amboineezen en Menadoneezen, zoowel ten opzichte van het handgeld als ook ten opzichte van de uitrusting, gelijk gesteld heeft; betreffende dit laatste durf ik beweren, dat het zeer onpractisch wasde Alfoerendie van hunne jeugd af bijna in Adamscostuum in de bosschen rondzwerven, van schoenen te voorzien; het bedrag van liet handgeld f 200) heeft op de echte Alfoeren heel weinig aantrekkings kracht uitgeoefend. 2° Do werving voor de Ternataansche Alfoeren-kompagnie heeft zich over het geheele eiland Halmaheira uitgestrektop dit eiland zijn echter slechts weinige plaatsen, waar nog echte Alfoeren wonen, zooals bijv. GaletI, Tobello, Tobaroe en Kaoe; op andere plaatsen, bijv. Bitjoli, Maba, PataniWeda, PaijaU en Ganivindt men eene bevolking, die niet meer zuiver Alfoersch is, maar door vermenging met Ternatanen en Tidoreezende Alfoerscho karaktertrekken reeds lang heeft verloren. Ware' dus de werving tot het noordelijk gedeelte van Halmaheira beperkt gebleven, dan waren er ook meer kansen voor geweest om eene echte Alfoeren-kompagnie bij elkaar te krijgen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1879 | | pagina 354