353 enkele van de aangeworven Alfoeren besneden was. Bij zeldzame ge vallen van twijfel werden inlichtingen gevraagd bij liet Civiel bestuur omtrent de afkomst van den betrokken persoon. De insinuatie betreffende de keuring is eene beschuldiging, die door niets gestaafd wordt. De bestaande registers van keuring en de tallooze, daarin opgeteekende afkeuringen kunnen 's schrijvers minder juist oordeel bewijzen. De wervers zijn weken lang te vergeefs op Tobello en Galela geweest. De Tobciroe-Alfoeren laten zich niet aanwerven; het zijn echte, onafhanke lijke zeeschuimers, die geen lust hebben, hunne vrijheid prijs te geven. De werving zelve is misschien zoo kwaad niet, maar als tegenwicht voor 't overheerschend Mohamedaansch element in het leger ware liet wellicht wenschelijk om de militaire Alfoeren al was het ook maai alleen voor den vorm onder Amboineeschen en Menadoneeschen in vloed „orang kristus" te laten wordenen dat te meer1111 men ze bij liet 3e en 4° bataillon Infanterie heeft ingedeeld. Men kent het karakter der Amboineezen. 23

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1879 | | pagina 356