363
2° possesses at the same time such internal means of regeneration as
may enable it to keep pace with the changes of circumstances, and
accomodate itself to the unavoidable alterations which must occur in a
progressive state of society;
zegt hij dat voor Nederland eene goede oplossing van het moeilijke
vraagstuk zal zijn:
A; Behoud van het beginselnedergelegd in de artikelen 5 en 6 der
Neder!andsche Wet van 28 Augurtus 1851.
B. 1° Verbetering der positie van den subalternen officier, voorna
melijk den kapitein.
2° Wettelijke waarborgen tegen eene verkeerde toepassing van het boven
bedoelde beginsel.
Hoe dit moet geschieden wordt door den schrijver in korte trekken
en dit maakt een zeer klein gedeelte slechts uit van zijn arbeid mede
gedeeld. De rest van dien arbeid is eene compilatie en, gaarne willen
we dit erkennen, hetgeen trouwens van een referendaris moet worden
verwacht, eene verdienstelijke compilatie, al werd ook de regeling dei-
bevordering, enz., in Spanje en Italië niet, maar echt Hollandsch!
bij het leger in Ned.-Indie wel vergeten. Denkt de schrijver, dat Indië
ook in dit geval van Nederland slaafs gecopieerd heeft, dan vergist hij
zich. Wie lust heeft, de hier aangekondigde brochure te bestudeeren,
toone dit eens aan en onderwerpe daarbij de nog bestaande Indische
regelingzoo als De Roo van Alderwerelt dat eens in De Gids van
1860 heeft gedaan, aan eene gestrenge kritiek. Hij zal daarmede een
verdienstelijk werk doen, al ware het alleen om in zijne critiek slechts
twee hoofdpunten te behandelen: regeling hij de Wet (ook Aer pensioenen)
en hij of zonder de Raden van onderzoekde instelling van Eeregerich-
ten voor officieren.
