Het bataillon is 744 man sterk en verdeeld in 4 compagniën. De compagnie (144 soldaten) is ingedeeld in 2 pelotons4 sectiën of 8 halve sectiën. Elke sectie wordt door een officier gecomman deerd is zij sterker dan 16 rotten, dan wordt zij in 4 groepen verdeeld. Een bijzonder hoofdstuk van de Compagnieschool is de Tirailleur- school zoo als voor de Infanterie van het Indische leger. De grond slag er van vormt de groep. De groepscommandanten zijn verant woordelijk voor de uitvoering der bevelen van de sectiecommandanten, voor het juiste gebruik van het terreinvoor de directie van het vuur, enz. Bij het verspreiden nemen de manschappen één pas afstand van elkander. De normale tusscheuruimte van de groepen bedraagt op het exercitieveld ongeveer de helft van de frontbreedte eener ont wikkelde groep. Elke vuurlinie heeft in den regel eene even sterke gesloten afdeeling alssoutien achter zich, die in bedekt terrein op 100 M., in open terrein op 300 M. volgt. Het soutien is achter eene dekking in colonne of in linie ge formeerd; bij gebrek aan dekking nemen de rotten een pas afstand van elkander. Als de compagnie eene reserve moet houden, volgt deze op 100 M. achter het soutien. De leiding der tirailleurs geschiedt met de stem of op teekens of op signalen. Het reglement schrijft 5 teekens voor: Avanceeren: Het uitstrekken van den rechter arm met de sabel in de aan te nemen richting. RetireerenEerst met de sabel boven het hoofd zwaaien en daarna den arm en de sabel in de richting uitstrekken. DaltDe punt der sabel langzaam' op den grond laten neerdalen. erzamelenDe hoofdbedekking op de sabel in de hoogte steken. liet uitvoeren van tirailleurbewegingen op liet tirailleurfluitje en op teekens is bij de Hederlandsche Infanterie reeds sedert lang gebruikelijk. Zie voor die teekens de „Militaire Spectator", 1875, Bladz. 710. Wat Kapitein Van der Heide over de teekens schrijft, is niet altijd uitvoerbaar op Indische terreinen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1879 | | pagina 36