367 geldelijke bijdragen, telkens 3 maanden vooruit, in 's lands kas ën zenden het bewijs daarvan aan de administratie van het korps Pu pillen te Gombong. De pupillen blijven in den regel tot de intrede van hun negentien de jaar bij het korps, als wanneer zij bij het leger overgaan, onder verplichting om daarbij gedurende tien achtereenvolgende jaren te dienen, zonder genot van premie of gratificatie. Zij, die naar lichaam en geest voldoende ontwikkeld zijn, kunnen echter reeds op hun zestiende jaar tot zoodanige plaatsing worden voorgedragen, en bij muziekalen aanleg reeds op veertienjarigen leeftijd. De laatsten worden alsdan tot stafmuziekant opgeleid. Zoodra zij tot het leger behoorenstaan zij gelijk met ieder ander militair in rechten en moeten dan door eigen inspanning en goede diensten zich den verderen weg* banen. De sterkte van het korps pupillen, dat in 2 compagniën verdeeld is, bedraagt thans1 kapitein4 luitenants2 officieren van Ge zondheid, 1 opzichter 1° kl. van de topografische dienst, 4 onderwijzers, 3 teekenmeesters1 sergeant-majoor, muziekonderwijzer, 1 sergeant id., 1 sergeant-kleermaker, 1 sergeant-schoenmaker, 1 sergeant boekbinder 80 onderofficierenkorporaals en surveillanten (waar onder 5 élève-onderwijzers) en 350 pupillen. Bij elke kompagnie zijn vier pupillen der 1° kl. en acht der 2e klasse. De eersten dragen tot onderscheiding twee rood kemelsharen chevrons op den rechter voorarm en die van de 2° klasse één. Voor de gegradueerde pu pillen worden gekozen jongelingen, die zich door goeden aanleg, voorbeeldig gedrag en energie onderscheiden; de overige pupillen zijn hun gehoorzaamheid verschuldigd. Deze opgave is niet volledig'. In het reeds genoemde verslag leest men Le nombre des pupilles est indéterminé. Le corps se composera de 3 compagnies. La formation d'une compagnie comprend: 1 lieutenant, 1 sous lieutenant, 1 adjudant sous-officier, 5 sergents, dont 1 de 1'artillerie, 2 instructeurs avec le grade d'adjudant sous-officier, 1 maitre de dessin avec le grade de sergent-major, et 150 pupiles dont 4 tambours. Et de plus par compagnie: 1 founder et 9 caporaux, dont 2 de 1'artil lerie. Le cadre est entièrement compose ft Eur opééns. Le nombre de 150 pupilles par compagnie peut cependant être dépassé; mais lorsqu'il a dépassé 200 on procédé a la formation d'une nouvelle compagnie en ramenant l'autre a 150 pupilles, s'il y a tou- tefois des logis suffisants pour eux. Redactie,

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1879 | | pagina 370