369 Het is Maandag middag, 4| uur. We hooren van verre de trom roeren en zien weldra een troep voorbij marcheerendie eene mili taire wandeling gaat maken. De stoet wordt geopend door een pupil, die de dienst doet van korporaal-tamboer, gevolgd door tamboers, hoornblazers, pijpers en muziekanten. Twee sectiën, elk van een veertigtal pupillen, van 14 tot 18 jaren, gewapend met het achter- laadgeweermarcheeren vooraan, gevolgd door twee gelijke sectiën ongewapendendie minstens 13 jaren oud zijn. Deze kompagme, onder bevel van een bereden luitenant, maakt een goeden indiuk. De knapen zien er in hunne blauwe blouses met witte halsboorden netjes uit en marcheeren met een flinken pas. Een oogenblik later passeeren met stille trom de knapen van 7 tot en met 12 jaar, die nog niet zonder moeite met den grooten troep kunnen marcheeren en daarom onder toezicht van het noodige kader, ook in ij en gelid, voorbijtrekken om eene wandeling te maken. De kazernes zijn nu ontruimd, en we hebben gelegenheid daar eens een kijkje te gaan nemen. Aran het officierskampement voert eene lange breede laan naar het fort Generaal Oochiusdat nog 7 minuten van ons af ligt. Even voorbij de officierswoningen staat ter rechter zijde eene nette kantinedie door het kader en de surveillantenmaar niet door de pupillen, wordt bezocht. Daarnaast is eene kegelbaan, waar de pupillen zich op de uitgangsuren mogen ontspannen. Al voortgaande, passeeren we de zwemkom, een groot ommuurd bassin, met een zacht glooienden steenen vloerdie zóó gelegd isdat voor groot en klein gelegenheid is, er in te staan als het tot boven aan toe met water gevuld is. Het water stroomt uit eene leiding binnen en wordt dagelijks door sluizen geloosd. We zijn genaderd aan de barrière, waar het eigenlijk pupillen- kampement begint. Ter weerszijden van den weg is een park, dat als speelplaats dient en voorzien is van een koepel voor de oefeningen der tamboers en hoornblazers en een voor de muziekanten en pijpers. Het fort, eigenlijk eenreduit, heeft een ouderwetsch, kasteelvormig aanzien en bestaat uit twee verdiepingen. Het is van buiten acht hoekig, terwijl de binnenplaats vierhoekig is. We treden de pooit binnenhebben rechts het wachthuis en links den provoost. Op de binnenplaats zien we al de lokalen der benedenverdieping in een kring

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1879 | | pagina 372