371 door de Oostpoort even de groote gijmnastiekloods, de schoollokalen en ateliers in oogenschouw te nemen, die allen van bamboe ver vaardigd en met atap gedekt zijn, en komen zoo, rondom bet fort loopende, aan de temporaire kazernes. Dit zijn 4 flinke, breede, hooge bamboe-lokalen met portlandcementen bevloering en atap- pen daken. Zij worden bewoond door 42 'pupillen en 4 onder officieren. De troep komt daar juist van den marsch terug. Waarschijnlijk omdat het wat laat geworden is, laat" de officier met den versnelden pas marcheeren, waarbij eerst de tamboers en hoornblazers zeer goed den marsch slaan en blazen, en later de muziek zuiver en maatvast eene soort van storm-marsch speelt, totdat de fungeerende korporaal-tamboer op ontvangen last zijn stok nog eens flink in de hoogte werpt, en de tamboers „afslag" slaan, hetwelk door een daverend hoerah van de pupillen beantwoord wordt. Het bleek ons duidelijk, dat zulke wandelingen in den smaak van de pupillen vallen, en uit een hygiënisch oogpunt zijn ze niet te versmaden. We besluiten ons bezoek met eene wandeling door den militairen kampong, waar onderwijzers en sommige leden van het kader nette woningen gebouwd en bloemen- of groentetuinen aangelegd hebben. We begeven ons thans naar de ruime woning van den komman- dant van het korps pupillen en nemen voor den eersten dag afscheid van het korps. Don volgenden dag, 'smorgens ten 5 ure, worden we gewekt dooi den pupil, die de reveille blaast. Als we vroeg genoeg bij de hand geweest waren, zouden we hebben kunnen waarnemen wat in de kazernes bij het hooren van de reveille alzoo plaats vindt. De onderofficieren en korporaals van de week, die reeds een half uui te voren zijn gewekt, komen in de kamers en herinneren mei hunne gebiedende stemmen aan het traditioneele „rijzen, rijzen, enz. aan boord van de zeilschepen. Menigen zeven- of achtjarigen jongen valt het echter hard van zijn stroozak te moeten scheiden, en hij valt dan ook vrij mismoedigd van zijne sponde. De gegradueerde pupillen helpen een handje om het volkje op te krijgen, en weten de onwilligen wel tot opstaan te noodzaken. Yeel tijd is er met

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1879 | | pagina 374