373 geeft in 't batoneeren. Het is moeilijk om hunne rottingen te volgen en er achter te komen, op welke wijze zij zoo vlug kunnen uitwijken en wenden. Maar niet minder doen de acht knapen (tusschen de 14 en 18 jaren) hun best, bij de lessen op den degen. Zij hebben door hun tengeren lichaamsbouw gelegenheid, eene goede houding aan te nemen, en worden door den geoefenden schermmeester op echt Hol- landsche wijze gedrild. Ook wordt de sabel, het geweer en de korte stok niet vergeten, en eindelijk wordt deze schermgroep besloten door op elk wapen een tweetal te laten trekken. Vooral op den langen en korten stok gaat dit bijzonder goed, dikwijls onder toejuiching van de dicht bij staande leerlingen. Dan zien wij een peloton van de grootste jongelingen, gewapend met Beaumont-geweren, de hand grepen, ladingen, vuren én verdere oefeningen uit de Rekrutenschool uitvoeren, terwijl een tweede peloton onderwezen wordt in de bajonet vechtkunst. Bij deze oefeningen wordt goed aangepakt. De jongeren beneden de 13 jaren komen juist terug van hunne wandelingde klok slaat half acht en de hoornblazer geeft liet sig naal „afslag". De verschillende groepen worden door het kader naar het fort geleid, wapens en gereedschappen worden opgeborgen; een kwartiertje van rust is aangebroken. Daarna hooren wij het signaal om naar school te gaan. Ook wij komen spoedig in de school. In de klasse der eerstbeginnenden worden we verwelkomd met een kinderlied, dat onder de leiding van een sergeant, élève-onderwijzer maatvast en welluidend gezongen wordt. Deze kleinen, tusschen de 7 en 10 jaren oud, schijnen pleizier te hebben op de schoolbanken en volgen ons met hunne oogen om te zien of we over hen tevreden zijn. Zoo doorloopen we vier dubbele klassen, welke allen twee aan twee onder een geëxamineerden militairen onderwijzer staan, die in de on- derafdeeling wordt geassisteerd door een élève-onderwijzer. De geëxamineerde onderwijzers, die vast bij het korps geplaatst zijn, moeten in het bezit wezen van eene acte voor hulponderwijzer en hebben den graad van sergeant, sergeant-majoor of adjudant-onderofficier. Zij genieten een maandelijksch tractement van 68,33, 88,33 of 115 benevens eene vrije woning of f 20 indemniteit voor huishuur. De élève-onderwijzers zijn al of niet geëxamineerde onderofficieren, die bij het korps gedetacheerd worden.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1879 | | pagina 376