34 Openen of slui- ten van den af- I n Door het uitspreiden of samenvouwen der armen, stand tusschen de groepen. Deze teekens worden slechts gebruiktzoolang er niet door de manschappen geschoten wordtde sectie- en groepscommandanten zijn dan vóór hunne afdeelingen. Bij den aanval moeten de tirailleurs zonder veel omslag den vijand tot op werkzame schootsverheid naderen, en eerst dan volledig van het terrein gebruik maken. Terder geschiedt het avanceeren nu sprongsgewijze (50 pas), in golvend terrein echter sluipend, hetzij met de geheele linie ineens, hetzij vleugelsgewijze met pelotons of compagniën. De soutiens en reserven zullen zich in het vijandelijk vuur ge woonlijk in den zwermvorm Rudelbewegen. De betrokken com mandant roept: „In zwerm mij na!" en dirigeert zijne afdeeling door wenken met de sabel. Achter eene dekking gekomen, wordt weer eene reglementaire formatie aangenomen. De versterking der tirailleurlinie geschiedt door verdubbeling (in de openingen der linie schuiven geheele groepen of sectiën in) of door verlenging of door het fornieeren van een echelonvoor- of achter waarts van een der vleugels. Deze laatste wijze beveiligt boter tegen een flankaanval dan eene haaksche stelling. De normale gevechtsstelling van een bataillon is in compagnies colonnes, hetzij alle 4 op eene lijn, hetzij 2 in de eerste en 2 inde tweede liniehetzij i in de voorste2 in de tweede linie en 1 in reserve. De verkenning van het terrein geschiedt door vooruitgezonden of ficierspatrouilles, In het artillerievuur des vijands gekomen, wordt de gevechtsformatie aangenomen. Yan de compagniën der eerste linie worden elk één peloton „en tirailleur" uitgezwermd, terwijl de andere pelotons als soutiens volgen. Op ongeveer 500 M. van den vijand begint het sprongsr gewijze avanceeren van tirailleur- en soutienlinie. Gedurende den stormloop zetten de tirailleurs het vuur in de be weging voorttotdat men nabij den vijand gekomen zich in zwermen vereenigt en met een hoerah! op den vijand werpt.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1879 | | pagina 37