383 5. Afweren van een flankaanval. 6. Yereeniging tegen Cavalerie. 7. Stormloopen. 8. Bezetten van eene veroverde stelling. 9. Het in staat van verdediging brengen eener stelling door tirailleurloopgraven. 10. Uit die stelling den aanval voorbereiden op eene andere, meer voorwaarts gelegen. 11. Een tegenaanval afslaan. 12. Teruggaan na een mislukten aanval. 13. Terugtocht om een gevecht te ontwijken. 14. Deze oefeningen bij nacht herhalen. C. De velddienst. De belegeringsdienst. Enz. De tweede afdeeling der Indische Tirailleurschool heeft hare grond regels overal tusschen verspreid, en vlecht soms zeer lange rede neeringen in, waardoor zij den vorm van een reglement geheel ver liest daarentegen staat zij soms vrijheid in vorm en handeling toe, waar dit gevaarlijk kan wordens'il s'agit <Tofficiers mal doués sous le rapport de Vinitiative. "Wij zullen thans deze afdeeling paragraafsgewijze aan een critisch onderzoek onderwerpen en beginnen daartoe met 24. De 1° alinea van deze bepaalt, dat met de compagniesoefeningen wordt aangevangenals de recruten in de gronden van het tirailleeren bedreven zijn. In verband hiermede, bepaalt de 4C alinea van 33 o. a. dat ter voorkoming van tijdverlies en om allen in den kortsten tijd tot tirailleurs te vormen, men zich vooreerst bepaalt tot het for- meeren van twee liniën. Deze beide bepalingen blijken in een reglement voor het Indische leger geheel misplaatst te zijn, als men bedenkt, dat zij in het Nederlandsche voorschrift alleen uit nooddwang zijn opgenomen, omdat dit leger, wat de Infanterie betreft, tegen woordig bijna uitsluitend uit militie-troepen bestaat, die slechts korten tijd ouder de wapenen blijven. Komt nu in Mei eene nieuwe lichting onder de wapens, dan wordt deze in 8 weken onder de leiding van de bataljonsadjudanten afgericht; daarna kunnen werkelijk eerst de compagniesoefeningen aanvangen. De compagniescommandanten

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1879 | | pagina 386