389
bijna loodrecht op, in plaats van evenwijdig aan de vijandelijke stelling
te ontwikkelen. En dan zulk eene frontverandering op signalen uit
te voeren! Gelukkig veroordeelt de laatste alinea der het voor
gaande als onpractisch en onuitvoerbaar.
Over de bewegingen van de soutienlinie en van de reserve zwijgt
het reglement.
33 39.
Aannemen der gevechtsorde.
Tegen dit gedeelte hebben wij de grootste grieven, omdat daarin
alle methode ontbreekt, en geene positieve normale gevechtsformatie
is voorgeschreven. Wij beroepen ons in de eerste plaats op het
gezag van den generaal Lewal. Uit de door ons overgenomen citaten
zijner „Introduction a la tactique positive" blijkt reeds, dat hij
normale gevechtsvormen dringend noodig acht. Die normale gevechts
formatie voor eene compagnie heeft hij aangeduid in XIV tot
XX zijner „Tactique de combat." De Generaal deelt de compagnie
(200 geweren) in drie pelotonselk peloton in 3 sectiënelke sectie
in 2 escouades of groepen. De escouades worden gecommandeerd
door korporaals, de sectiën door sergeanten, dq pelotons door luite
nants bovendien is bij elk peloton een aspirant-officier ingedeeld.
De compagnie stelt zich tot het gevecht op in drie liniën van gelijke
sterkte: de tirailleurlinie, de soutienlinie en de reserve. Daartoe
verspreiden de beide eerste pelotons elk de helft „en tirailleur en
houden de andere helft als soutien achter. In elk peloton wordt van
elke sectie de eene groep in de tirailleurlinie, de andere groep in de
soutienlinie geplaatst. Op die wijze wordt het dooreenraken der verschil
lende onderdeelen zooveel mogelijk vermeden. Het derde peloton vormt
de reserve. Van de beide voorste pelotons maakt elk gewoonlijk een
afzonderlijk echelon uit.
De tirailleurs staan oorspronkelijk op 2,10 M., midden op mid
den, van elkander. De soutiengroepen stellen zich bij voorkeur op
één gelid; men kan ze ook gesloten houden achter dekkingen. Het
reserve-peloton staat op één gelid, arm aan arm, als het terrein geheel
open isop twee gelederen, waar eene terreindekking voorhanden is
uit de flank of in colonne in moeilijk terrein. (Zie fig. I.)