391 De Generaal eindigt zijne beschouwingen oyer de gevechtsformatie der compagnie met de volgende woorden „J'en ai dit assez pour montrer que la formation a laquelle je suis arrivé, réunit les conditions desirables en égard aux nécessités nouvelles du combat. Elle offre une extreme mobilité, l'intensité du feu la plus grande, peu de prise aux coups de l'ennemi, un grand développement de l'initiative individuelleavec tous les avan- tages de la solidaritéelle est assez solide pour résisterassez forte pour attaquer, assez maniable pour utiliser les accidents du sol. Elle peut faire usage du feu et employer le chocelle se prete a une operation combinée comme a une action indépendante. Elle regularise l'ordre dispersé, en évitant la confusion et le désordre. On peut lui adresser des critiques de détail et lui reprocher quel- ques inconvónients. II n'est guère possible de les éviter tous." Hoewel het 1 ransche reglement de compagnie in 4 sectiën heeft ingedeeld, is toch de normale gevechtstelling der compagnie in drie echelons en dus in overeenstemming met de ideeën van Lewal. (Zie afl. "VII.) Al ontwikkelt intusschen de compagnie slechts ééne sectie in de tirailleurlinie, dan brengt zij reeds 4 groepen of 50 geweren in de vuurlinie. De gevechtsformatie der Belgische compagnie met hare drie pe lotons is eveneens in tirailleurliniesoutiens en reserve. Het Pruisische reglement schrijft voor de compagnie geene be paalde gevechtsformatie voorhet zegt alleendat in den regel al dadelijk een half peloton als tirailleurs verspreid wordt, en dat de andere helft als soutien moet volgen; alsdan zijn de twee overige pelotons de reserve. Dit voorschrift dateert echter van eenige dagen vóór het uitbreken van den Fransch-Duitschen oorlog. Ons zijn uit dien veldtocht meerdere voorbeelden van compagnieën bekend, die al dadelijk 2 pelotons voor het tirailleurgevecht bestemden en met het derde peloton in reserve volgden. Die formatie geeft von Bogus- lawski eveneens aan in zijn werk van 1877 „Entwickelung der Taktik". Het Nederlandsche voorschrift op het tirailleeren is ten opzichte van de compagnie in zijne 33 gelijkluidend met de Indische Tirail- leurschool. Daarentegen gaf de vorige 2e afdeeling der Compagnies- school in 57 eene normale gevechtsformatie voor de compagnie

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1879 | | pagina 394