392 aan, welke formatie wel is waar op de orclre mixte gebaseerd was, maar ten minste het beginsel van een normalen gevechtsvorm hul digde. Het reglement is dus in dit opzicht naar ons oordeel niet vooruitgegaan. De 33 toch bevat slechts eenige algemeenheden, waarvan de meeste nog overbodig zijn. Daarentegen zegt het regle ment in 49 dus op eene verkeerde plaats dat de. compagnie meermalen een zelfstandig tirailleurgevecht zal moeten voeren; juist dit had in 33 vooropgesteld moeten worden. Hetzij de compag niescommandant nu veronderstelt, dat zijne compagnie zelfstandig optreedt, hetzij hij haar beschouwt als te handelen in gemeenschap met andere compagnieën, de normale gevechtsformatie kan dezelfde zijn. Want al strijdt de compagnie in verband met andere van hetzelfde bataljon of dezelfde colonne, haar wordt toch gewoonlijk, en vooral in Indië tegen den Inlandschen vijandeene bepaalde taak opgedragen, die zij min of meer zelfstandig te vervullen heeft; bijv. den aanval op een gedeelte van het froDt of op eene flank van de vijandelijke stelling. Eveneens wordt bij het defensief gevecht aan eene compagnie de verdediging van een bepaalden sector der stelling opgedragen. De compagnieën, die door den bevelhebber in reserve worden gehouden, blijven hier natuurlijk buiten beschouwing. Bij grootere tactische eenheden, zooals in de groote Europeesche oorlogen zijn gebruiktgaat de zelfstandigheid der compagnie in het gevecht geheel op in die van het bataljon. Dit denkbeeld vonden wij vooral in de Duitsche geschriften sterk op den voorgrond gesteld, en daaruit verklaren wij de zeldzaamheid van het gebruik eener compagniesreserve. In dien zelfden geest spreekt ook punt 2 van 49 der nieuwe Tirailleursckool. Yoor het Indische leger, dat in den regel in veel kleiner troopenverband zal optredenver kiezen wij de indeeling naar de denkbeelden van den generaal Lewal. Wij zijn na rijpe overweging tot het besluit gekomendat voor eene Indische compagnie de indeeling in drie pelotons de beste is; wij stellen ons voor, hierachter de gronden daarvoor op te geven, en tevens de normale gevechtsformatie voor zoodanige compagnie te bepalen. Thans echter is de vraag aan de ordewelke formatie eene compagniemet hare tegenwoordige indeeling in vier sectiën of twee pelotons, als de normale moet beschouwen. De lezer gelieve echter

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1879 | | pagina 395