395
frontbreedte en kan tusschen elk echelon een interval van insgelijks
23 pas openblijven. (Zie Fig. II.)
De sectiecommandanten plaatsen zich achter de tirailleurgroep op
zoodanigen afstanddat zij de soutiengroep steeds in het bereik
hunner stem ho udenzij moeten zorgendat zij den compagniescom
mandant niet uit het oog verliezenzij doen zich vergezellen door
één rot uit de soutiengroep. De compagniescommandant houdt zich
ter hoogte van de soutienlinie op; hij doet zich door eenige onder
officieren van de reserve-sectie vergezellen tot het overbrengen van
ordersalsmede van een rot soldaten tot beveiliging.
De commandant der reserve-sectiebij voorkeur een officiermoet
zorgen, dat hij den compagniescommandant in het oog houdt, cn
echelonneert daartoe zoo noodig eenige onderofficieren tusschen zich
en den compagniescommandant.
Den vorm, de plaats en den afstand der soutiens en reserve achter
de tirailleurlinie zullen wij bij 37 van het reglement bespreken.
"Wij zullen thans deze normale gevechtsformatie der compagnie
vergelijken met de verschillende gevechtsvormen, die uit ons regle
ment zijn af te leiden.
De gevechtsformatie, die in 57, C. S. werd aangeduid, is niet
te gebruiken, omdat daarbij nog te veel het gevecht in gesloten
orde op den voorgrond treedt. (Zie o. a. C. S. 63, punt 3, in ver
band met 57, 58 en 60 der B. S.; beide nu vervallen.) De sterkte
der reserve is naar verhouding te groot, en het gevechtsfront der
compagnie kan met slechts twee groepen niet behoorlijk worden
bezet. Men bedenke, dat de nieuwere tactiek juist in de tiraille&ttnie
"Wat dit interval betreft, komen wij schijnbaar tot eene andere conclusie dan
in afl. IX bladz. 256. Daar echter onderzochten wij of de bepaling van den onder-
lingen afstand 2) en van het interval 35) overeenstemden met de gevechtsorde
van 33 alwaar dadelijk compagnie (4 groepen) in de tirailleurlinie wordt geplaatst;
wij vonden toen, dat de intervallen niet grooter dan 10 a 14 pas mochten zijn. Hier
bij deze, door ons voorgestelde, normale gevechtsformatie brengen wij aanvankelijk
slechts I- compagnie in de vuurlinieom nu hetzelfde gevechtsfront te bezetten, zijn
dus grootere intervallen noodig.
Volgens den generaal Lewal is eene gewone stem duidelijk op 180 Meters ver
staanbaar; hij acht het echter voorzichtig, dien afstand in het leven en gewoel van den
strijd tot op de helft te verminderen.